Vanaf 2027 bestaan er alleen nog maar premieregelingen. Sociale partners moeten een afweging maken over de regeling waarin straks de nieuwe pensioenopbouw plaatsvindt. De keuze hierbij is primair tussen de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling. Beide regelingen hebben voor- en nadelen.
Bij de solidaire premieregeling (voorheen ‘het nieuwe pensioencontract’, NPC) hebben de deelnemers een persoonlijk pensioenvermogen in een gezamenlijke, collectief belegde pensioenpot. De waarde van die pensioenpot is variabel en hangt af van de beleggingsresultaten. Er zijn mechanismen ingebouwd om al te grote schommelingen door tegenvallers te voorkomen:
In de flexibele premieregeling (voorheen ‘de wet verbeterde premieregeling’, WVP) hebben de deelnemers een individuele pensioenpot. De pensioenuitvoerder beheert en belegt dat potje. Hierbij zijn zogenaamde lifecycles het vertrekpunt. Meer rendement en risico’s voor jongeren dan voor ouderen. Deelnemers kunnen hun eigen beleggingsprofiel (lifecycle) kiezen op basis van hun eigen voorkeuren: beleggingsvrijheid dus. Verder kunnen gepensioneerden kiezen tussen een variabele of een vaste pensioenuitkering.
Sociale partners kunnen er in de verbeterde premieregeling ook voor kiezen om te werken met een solidariteitsreserve om beleggingsrisico’s te delen. In dat geval wordt het echter lastig om beleggingsvrijheid te bieden: het is kiezen of delen.
Solidaire premieregeling: solidariteit staat centraal |
Flexibele premieregeling: individualiteit staat centraal |
---|---|
Collectief beleggen | Individueel pensioenvermogen met lifecycle beleggen |
Beleggingsbeleid door bestuur vastgesteld. Geen individuele keuzemogelijkheid voor beleggingsprofielen | Individuele keuzemogelijkheid voor beleggingsprofielen is toegestaan |
Het pensioenfonds verdeelt het collectief behaalde rendement en de risico’s doelgericht over de verschillende leeftijdsgroepen via vooraf afgesproken regels | Rendement volgt uit het individueel gekozen beleggingsprofiel (lifecycle). Ieder leeftijdscohort krijgt het voor dat cohort behaalde rendement en houdt de eigen broek op |
Jongste groepen: meer dan 100% beleggen in aandelen mogelijk (niet verplicht) | Meer dan 100% beleggen in aandelen niet mogelijk |
Extra risicodeling via verplichte solidariteitsreserve | Optionele solidariteitsreserve |
Variabele pensioenuitkering | Individuele keuze voor vaste of variabele pensioenuitkering |
Geen shoprecht | Beperkt shoprecht |
Rechtvaardiging verplichtstelling stevig onderbouwd | Rechtvaardiging verplichtstelling mager onderbouwd |
In de Kamerbrief uitwerking pensioenakkoord leest u meer over alle maatregelen die in het pensioenakkoord zijn afgesproken.