De pensioenregeling van PFZW moet worden aangepast aan de nieuwe regels. In vergelijking met het huidige  pensioenstelsel verandert een aantal zaken. Elk pensioenfonds moet zich hier aan houden.

  • Uw pensioen wordt begrijpelijker en persoonlijker.
  • U ziet duidelijker hoeveel premie u en uw werkgever voor uw pensioen inleggen.
  • Uw pensioen is meer afhankelijk van hoe het met de economie gaat. Uw pensioen gaat eerder omhoog als het goed gaat met de economie, maar het gaat ook eerder omlaag als het slechter gaat.
  • Er komen eenvoudigere regels voor het nabestaandenpensioen.
  • U krijgt de mogelijkheid om een bedrag ineens op te nemen als u met pensioen gaat. Dit bedrag is maximaal 10% van de waarde van uw opgebouwde ouderdomspensioen. Dit kan op zijn vroegst vanaf 1 juli 2024.

Het huidige pensioenstelsel heeft lange tijd goed gewerkt, maar is steeds moeilijker aan te passen aan economische veranderingen en aan onze werk- en leefomstandigheden. Mensen worden steeds ouder en genieten langer van hun pensioeninkomen. Daardoor zijn er minder werkende mensen en meer gepensioneerden. Ook werken mensen niet meer hun hele leven bij één werkgever. Dit heeft invloed op de inkomsten en uitgaven van pensioenfondsen. De huidige rekenregels maken het bovendien moeilijk om, als het beter gaat met de economie, de pensioenen mee te laten groeien. Tijd voor verandering dus.

De sterke punten blijven. Zo regelen we pensioen met elkaar. In het nieuwe pensioenstelsel ziet u duidelijker hoeveel premie u en uw werkgever voor uw pensioen inleggen. Ook wordt uw pensioen begrijpelijker en persoonlijker. Uw pensioen is straks meer afhankelijk van hoe het met de economie gaat. Uw pensioen gaat eerder omhoog als het goed gaat met de economie, maar het gaat ook eerder omlaag als het slechter gaat. Er komen eenvoudigere regels voor het nabestaandenpensioen. En u krijgt de mogelijkheid om een bedrag in één keer op te nemen als u met pensioen gaat. Dit bedrag is maximaal 10% van de waarde van uw opgebouwde ouderdomspensioen. Dit kan op zijn vroegst vanaf 1 juli 2024.

In het nieuwe pensioenstelsel gaan de pensioenen eerder meebewegen met de economie. Dit betekent niet alleen dat het pensioen sneller kan stijgen, maar ook dalen. Soms wordt gezegd dat de nieuwe regels meer onzekerheid met zich meebrengen. Bedenk dan dat de pensioenen nu ook niet gegarandeerd zijn en verhoging van de pensioenen onzeker is. En het geld wordt nu ook al belegd. Overigens zijn er ‘veiligheidskleppen’ in de nieuwe regeling: naarmate u ouder wordt, wordt het risico op forse dalingen kleiner. En de solidariteitsreserve wordt gebruikt om een daling van het pensioen op te vangen of te verzachten. De solidariteitsreserve is een buffer voor tegenvallers. In goede tijden bouwen we deze op, zodat we de buffer in slechte tijden kunnen gebruiken om de pijn wat te verzachten.

De dekkingsgraad is in het nieuwe pensioenstelsel niet meer nodig. In de nieuwe regeling krijgt iedere deelnemer namelijk zijn eigen persoonlijke pensioenvermogen. Dat betekent niet dat de ontwikkelingen op de financiële markten (rente, beleggingsresultaat, inflatie) niet meer belangrijk zijn. Net als in het huidige stelsel bepaalt het resultaat van de beleggingen voor een belangrijk deel de hoogte van het pensioen.

De nieuwe regels zorgen ervoor dat het pensioen makkelijker beweegt: als het goed gaat met de economie, dan kan uw pensioen eerder omhoog. Gaat het economisch minder? Dan kan het pensioen ook omlaaggaan. De nieuwe regels zorgen er wel voor dat de bewegingen minder groot worden als u (bijna) met pensioen bent. Want het pensioen van een jongere werknemer heeft meer tijd om tegenvallers in de beleggingen op te vangen dan dat van oudere werknemers of gepensioneerden. En daarom is er ook een buffer voor tegenvallers: de solidariteitsreserve. In goede tijden bouwen we deze op, zodat we de buffer in slechte tijden kunnen gebruiken om de pijn wat te verzachten.

Nee, de nieuwe pensioenregeling kent wel een collectieve buffer, maar geen persoonlijke buffer. Wel krijgt iedere leeftijdsgroep de hoeveelheid risico die het beste past. Bij ouderen wordt er minder risico genomen met het geld dat voor hun pensioen bestemd is. De collectieve buffer is de solidariteitsreserve. In goede tijden bouwen we deze buffer op, zodat we die in slechte tijden kunnen gebruiken om de pijn wat te verzachten. Tenslotte kunnen we de kans op verlagingen verkleinen door meevallers en tegenvallers over meerdere jaren te spreiden.

Nee, er is geen maximum ondergrens afgesproken. In theorie kan een 'pensioenpot' leegraken, de premie wordt immers belegd. Maar de kans dat dat gebeurt is puur vanuit de theorie. Beleggingen worden immers gespreid, er wordt niet alleen in risicovolle aandelen belegd. Bovendien is de solidariteitsreserve (een buffer) ervoor om de pijn van de grootste dalingen op de beurzen te verzachten. Als er toch sprake is van een verlaging van het pensioen, dan kan deze worden opgevangen of verzacht door de solidariteitsreserve.

Het grote verschil tussen de huidige en de nieuwe regeling is dat de nieuwe regeling maatwerk biedt in het toedelen van risico. Als je jong bent, dan zijn de beleggingsrisico’s groter. Naarmate je ouder wordt, worden de beleggingsrisico’s afgebouwd. Op die manier krijgt iedere leeftijdsgroep de hoeveelheid risico die het beste past.

In de huidige regeling is het pensioen ook sterk afhankelijk van de economie. Maar omdat er geen maatwerk geboden kan worden, en omdat er beloftes worden gedaan, moeten we nu hoge buffers opbouwen. Zo hoog, dat verhogen van pensioenen lastig wordt. In het nieuwe stelsel wordt deze grote buffer vervangen door een kleinere reserve om gezamenlijk tegenvallers op te vangen. Daardoor komt er niet vanzelf meer geld bij, maar komt er wel eerder geld vrij voor onze deelnemers. 

Iedere werknemer krijgt een persoonlijk pensioenvermogen. De premie wordt straks, net als in het huidige stelsel, nog steeds via de werkgever geregeld. Werkgevers en werknemers blijven samen de premie inleggen voor dit persoonlijk pensioenvermogen. Het pensioenfonds belegt de premie voor uw pensioen.

Net als in de huidige regeling wordt de hoogte van de premie in de nieuwe regeling gebaseerd op een pensioenambitie. De werkgevers- en werknemersorganisaties (sociale partners) bepalen samen deze ambitie. De pensioenambitie kan bijvoorbeeld 70% van het gemiddeld verdiende salaris zijn. Of dat gepensioneerden hun koopkracht behouden als ze zijn gestopt met werken. De werkgever is echter niet verplicht om premie bij te storten als die ambitie niet gehaald wordt. Maar in feite is dat in de huidige regeling ook niet meer het geval.

De sociale partners, de vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers in de sector zorg en welzijn, maken afspraken over pensioen. Sociale partners zijn bijvoorbeeld de vakorganisaties en werkgeversorganisaties. Zij bepalen onder andere of er een solidaire of flexibele premieregeling komt. En hoeveel geld u samen met uw werkgever inlegt. 

Zeker! Bij te maken keuzes voor de nieuwe pensioenregeling is het belangrijk om te weten hoe deelnemers denken over bijvoorbeeld het nemen van risico met hun pensioengeld. Wij onderzoeken de houding en voorkeuren van onze deelnemers regelmatig.

De definitieve keuzes voor de nieuwe pensioenregeling worden genomen door de sociale partners: de vertegenwoordigers van de werknemers, werkgevers en gepensioneerden. Instemming van individuele deelnemers is daarvoor niet nodig. Het is niet mogelijk om bezwaar te maken tegen de omzetting van de pensioenen naar de nieuwe regeling

Organisaties van gepensioneerden en oud-medewerkers die geen pensioen meer opbouwen bij PFZW krijgen volgens de wet een hoorrecht. Dat betekent dat zij hun ideeën over de nieuwe pensioenregeling kenbaar kunnen maken bij de sociale partners. De sociale partners kunnen dit meenemen in de beslissingen die zij gaan nemen. Dat hoorrecht heeft twee functies. Het zorgt al vroeg voor informatie aan belanghebbenden en hun belangenbehartigers over de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. En het dwingt de sociale partners de belangen van de gepensioneerden zichtbaar mee te nemen in hun beslissingen.

Ja, het is een wettelijke verplichting om over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Pensioenfondsen kunnen niet in het huidige pensioenstelsel blijven. Sociale partners (werkgevers en werknemers) van Nederland, het kabinet, de Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben daar gezamenlijk voor gekozen.

Nee, dat is niet mogelijk. De wijziging van de pensioenregeling heeft geen invloed op de verplichtstelling van PFZW. Die blijft gewoon gelden. Dat betekent dat voor alle deelnemers de wettelijke verplichting tot aansluiten blijft gelden.

Ook als een werkgever contractueel (niet verplicht) is aangesloten, kunt u niet uit de pensioenregeling stappen.

PFZW vindt het belangrijk om te weten hoe deelnemers denken over bijvoorbeeld het nemen van risico met hun pensioengeld. Wij onderzoeken de houding en voorkeuren van onze deelnemers regelmatig. We houden zoveel mogelijk rekening met wensen van onze deelnemers en de specifieke eigenschappen van de sector zorg en welzijn.

Ja, u kunt uw stem laten horen. Als u nog werkt, kunt u uw mening geven via werknemersorganisaties, zoals de vakbonden.

Organisaties van gepensioneerden en oud-medewerkers die geen pensioen meer opbouwen bij PFZW krijgen volgens de wet een hoorrecht. Dat betekent dat zij hun ideeën over de nieuwe pensioenregeling kenbaar kunnen maken bij de sociale partners. De sociale partners kunnen dit meenemen in de beslissingen die zij gaan nemen. Het is niet mogelijk om bij PFZW bezwaar te maken tegen de omzetting van de pensioenen naar de nieuwe regeling.

De OR van een bij PFZW aangesloten werkgever heeft geen rol bij de wijziging van de pensioenregeling. De aangesloten werkgevers en werknemers zijn wettelijk verplicht om deel te nemen aan de pensioenregeling van PFZW. Omdat de aangesloten werkgever daarin geen zelfstandige keuze heeft, heeft de OR daarover ook geen adviesrecht. De onderhandelingen over de nieuwe pensioenregeling worden voor de hele bedrijfstak gevoerd door de collectieve werkgevers- en werknemersverenigingen in de bedrijfstak.

Veel gepensioneerden kunnen zich nog boos maken over het afromen van pensioenpremies bij ABP door de overheid en grote bedrijven tientallen jaren geleden: de ‘greep in de kas’. Dat is niet meer mogelijk sinds de invoering van de Pensioenwet in 2007. Vanaf die tijd gelden de regels van het Financieel Toetsingskader en het toezicht van De Nederlandsche Bank.

Net zoals in de huidige pensioenregeling zijn er in de nieuwe pensioenregeling kosten voor administratie en vermogensbeheer. Deze worden nu collectief gedeeld en dat is straks niet anders. De kosten voor administratie en vermogensbeheer worden in de nieuwe regeling, net als nu, zichtbaar gemaakt en met u gedeeld.  

PFZW verwacht op 1 januari 2026 te starten met de nieuwe pensioenregeling. Vanaf dat moment bouwt iedereen in de sector zorg en welzijn een pensioenvermogen op volgens de nieuwe regels voor pensioen. De sociale partners hebben ook een voorlopige voorkeur uitgesproken voor het omzetten van de bestaande pensioenen naar de nieuwe regeling. In dat geval gaan de regels van de nieuwe pensioenregeling met terugwerkende kracht gelden voor alle pensioenen, dus de pensioenen die nu worden uitgekeerd of zijn opgebouwd. 

Ik bouw pensioen op

Wat de nieuwe pensioenregeling betekent voor iedere individuele deelnemer weten we pas als wij de nieuwe regels voor pensioen invoeren en we per deelnemer de nieuwe berekening kunnen maken. Wij hebben al wel voorlopige berekeningen gemaakt. Andere pensioenfondsen en het Centraal Planbureau ook. Hieruit blijkt dat de huidige deelnemers naar verwachting ten minste een gelijkblijvend of zelfs hoger pensioen zullen krijgen door de overstap op de nieuwe regeling.

U gaat het effect van stijgingen en dalingen op de beurzen directer merken in uw pensioenopbouw. U profiteert dus sneller van stijgingen maar ziet ook eerder de gevolgen voor uw pensioen bij dalingen. Overigens zijn daar ‘veiligheidskleppen’ voor in de nieuwe regeling: naarmate u ouder wordt, wordt het risico op forse dalingen kleiner. En de solidariteitsreserve wordt gebruikt om een daling van het pensioen op te vangen of te verzachten. De solidariteitsreserve is een buffer voor tegenvallers. In goede tijden bouwen we deze op, zodat we de buffer in slechte tijden kunnen gebruiken om de pijn wat te verzachten.

De datum staat nog niet vast. Zoals het er nu uitziet informeert PFZW u in 2025 over de nieuwe regeling, over wat u in de oude kreeg en wat u naar verwachting in de nieuwe regeling gaat krijgen. Tot die tijd blijven wij u informeren over de ontwikkelingen.

In het huidige pensioenstelsel maakt het niet uit of iemand jong of oud is: voor iedereen  is het premiepercentage hetzelfde en iedereen bouwt hetzelfde percentage aan pensioen op. In het nieuwe stelsel waarin u een persoonlijk pensioenvermogen opbouwt, legt iedereen nog steeds hetzelfde premiepercentage in. Maar een ingelegde euro van een jongere levert veel meer op, omdat een pensioenfonds daar veel langer mee kan beleggen. Als een oudere een euro  inlegt, kan daar met beleggen nauwelijks meer rendement mee worden behaald. Een jongere bouwt dus voor dezelfde inleg meer pensioenvermogen op dan een oudere. Nog steeds geldt dat het gemiddeld over de jaren naar verwachting uitkomt op hetzelfde of iets hoger pensioen als in het huidige stelsel. 

Voor mensen van 40-50 jaar geldt dit met de overgang naar het nieuwe stelsel niet. Zij hebben namelijk geen hogere pensioenopbouw op jongere leeftijd gehad. Eerste berekeningen tonen aan dat het nadeel voor alle leeftijdsgroepen naar verwachting kan worden goedgemaakt door de pensioenen om te zetten (invaren). Als dat niet het geval is, kan er een vergoeding worden geboden. Welke groepen nadeel ondervinden en voor compensatie in aanmerking komen, hangt af van de nieuwe pensioenregeling van PFZW. De sociale partners, dat zijn de vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers, bepalen na de zomer met hun achterbannen de invulling van de regeling.

Nee, u krijgt dan bij beide pensioenfondsen een persoonlijk pensioenvermogen dat wordt geregeld en belegd volgens de regels van het betreffende pensioenfonds. Als u nog niet met pensioen bent, kunt u het pensioen dat u hiervoor ergens anders heeft opgebouwd, meenemen naar PFZW. Dit heet waardeoverdracht. Zo heeft u al uw pensioen bij elkaar en krijgt u later uw pensioen uitbetaald vanuit één fonds.

In het nieuwe pensioenstelsel gaan alle pensioenen meebewegen met de economie. Dit betekent dat het pensioen sneller kan stijgen, maar ook dalen. Ook als dit pensioen door scheiding is ontstaan.

Om inzicht te krijgen in uw persoonlijke pensioensituatie heeft het altijd zin om in MijnPFZW te kijken. Dat hoeft niet elke maand. Wanneer u elk jaar een keer een pensioencheck doet, voorkomt u dat u rond de pensioenleeftijd voor (onaangename) verrassingen komen te staan. En ook als u nog jong bent en u nog niet in uw pensioen heeft verdiept, voorkomt een jaarlijkse check dat u zich onnodig zorgen maakt over later. Het is ook belangrijk om uw pensioen te checken wanneer er iets verandert in uw leven. Gaat u trouwen of scheiden? Heeft u kinderen gekregen? Bent u arbeidsongeschikt geworden? Veel levensgebeurtenissen hebben invloed op uw pensioen. Het geeft een gerust gevoel als u weet wat dat betekent voor uw pensioen.

Nee, dat is niet mogelijk. De wijziging van de pensioenregeling heeft geen invloed op de verplichtstelling van PFZW. Die blijft gewoon gelden. Dat betekent dat voor alle deelnemers de wettelijke verplichting tot aansluiten blijft gelden.

Ja! De volgende keuzemogelijkheden blijven zeker mogelijk:

  • U kunt uw pensioen vervroegen.
  • U kunt kiezen voor deeltijdpensioen: deels werken en deels pensioen.
  • U kunt een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor extra partnerpensioen of andersom.
  • U kunt kiezen voor eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen per maand of andersom.

In het nieuwe pensioenstelsel is ook een nieuwe, extra keuzemogelijkheid afgesproken: 

  • U kunt bij aanvang van het pensioen een bedrag ineens opnemen. Dit bedrag is maximaal 10% van de waarde van uw opgebouwde ouderdomspensioen. Deze mogelijkheid gaat op zijn vroegst op 1 juli 2024 in.

Dat weten we nog niet. Zodra we hier meer over weten, leest u het op onze website.

Nee, zoals het er nu uitziet mag u met uw pensioenvermogen opgebouwd bij PFZW geen pensioen inkopen bij een ander pensioenfonds of pensioenverzekeraar. De sociale partners, dat zijn de vertegenwoordigers van de werknemers en werkgevers, hebben een voorlopige voorkeur uitgesproken voor de zogenoemde solidaire premieregeling voor PFZW. Deze regeling kent die mogelijkheid niet bij pensionering.

Dat bepalen de sociale partners, de vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers in de sector zorg en welzijn. Sociale partners zijn bijvoorbeeld de vakorganisaties en werkgeversorganisaties. Zij spreken af of uw pensioen blijft staan. Of dat uw pensioen wordt omgezet naar een pensioenvermogen in de nieuwe pensioenregeling.

Die mogelijkheid is er niet. Iedereen die meedoet aan een pensioenregeling, gaat pensioen opbouwen via een nieuwe regeling. Dat is zo afgesproken in de wet.

De sociale partners, de vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers in de sector zorg en welzijn spreken af of uw pensioen wordt omgezet naar een pensioenvermogen in de nieuwe pensioenregeling. Het is niet mogelijk om bij PFZW bezwaar te maken. Dat is zo afgesproken in de wet. Bedenk dat u uw pensioen niet kwijtraakt. Het gaat om een omrekening van (de waarde van) uw pensioen. 

Zo lang we nog niet in detail weten hoe de nieuwe pensioenregeling eruit gaat zien, kunnen we nog geen voorbeeldberekeningen of voorbeelden laten zien. Er is weliswaar een nieuwe pensioenwet, maar de vertaling hiervan naar een nieuwe pensioenregeling moet nog plaatsvinden. Zodra de nieuwe pensioenregels zijn uitgewerkt, bieden we handige tools zodat iedereen precies kan zien wat er onder de streep verandert. Zoals het er nu uitziet, informeert PFZW u in 2025 over de nieuwe regeling. We laten u dan zien wat u in de huidige regeling naar verwachting zou krijgen en wat u in de nieuwe regeling naar verwachting gaat krijgen. 

Ik ga bijna met pensioen

Mensen die bijna met pensioen gaan hebben in de huidige pensioenregeling en in de nieuwe pensioenregeling dezelfde keuzemogelijkheden. Zij kunnen bijvoorbeeld hun pensioen eerder of later laten ingaan, kiezen voor eerst een hoger of lager pensioen of andersom, of voor deeltijdpensioen. Ook kunnen zij op zijn vroegst vanaf 1 juli 2024 een bedrag ineens opnemen tot maximaal 10% van de waarde van hun opgebouwde ouderdomspensioen.

Wilt u uw pensioen laten ingaan in de huidige pensioenregeling? En worden de bestaande pensioenen omgezet naar de nieuwe regeling? Dan passen we de nieuwe pensioenregeling toe op het pensioen. Iedereen gaat dan dus over naar de nieuwe pensioenregeling met de daarbij behorende uitgangspunten.

Dat maakt niet uit. U heeft in de huidige pensioenregeling en in de nieuwe regeling dezelfde keuzemogelijkheden. U kunt bijvoorbeeld uw pensioen eerder of later laten ingaan, kiezen voor eerst een hoger of lager pensioen of andersom, of voor deeltijdpensioen. Ook kunt u op zijn vroegst vanaf 1 juli 2024 een bedrag ineens opnemen tot maximaal 10% van de waarde van uw opgebouwde ouderdomspensioen. Wilt u uw pensioen laten ingaan in de huidige pensioenregeling? En worden de bestaande pensioenen omgezet naar de nieuwe regeling? Dan passen we vanaf 1 januari 2026 de nieuwe pensioenregeling met de daarbij behorende uitgangspunten toe op uw pensioen. Ongeacht of u dit pensioen al ontvangt of nog niet.

Een RVU is geen onderdeel van de pensioenregeling van PFZW, het is geen pensioen. De werkgever bepaalt zelf of hij hierover afspraken maakt met zijn werknemers. U kunt voor vragen over de RVU terecht bij uw werkgever.

Heeft u uw RVU aangevuld met pensioen? Of ontvangt u nog geen pensioen? Dan gaan de regels van de nieuwe pensioenregeling met terugwerkende kracht gelden voor uw (opgebouwde) ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. De sociale partners hebben namelijk een voorlopige voorkeur uitgesproken voor het omzetten van de bestaande pensioenen naar de nieuwe regeling. 

Ik ontvang pensioen

Dat is nog niet exact bekend. Als we alle bestaande pensioenen omzetten naar de nieuwe pensioenregeling, dan gaan ook de mensen die al een pensioen ontvangen over naar de nieuwe regeling. De sociale partners hebben de intentie uitgesproken om de huidige opgebouwde pensioenen van de mensen die nog werken en de pensioenen van de gepensioneerden te willen omzetten naar de nieuwe pensioenregeling.

Uit onze eigen sommen en onderzoek blijkt dat de nieuwe pensioenregeling beter uitpakt. De pensioenen gaan meer meebewegen met de economie. Dus gaat het goed, dan stijgen de pensioenen. Maar gaat het minder, dan kunnen de pensioenen ook dalen. Dat betekent niet dat de pensioenbedragen iedere maand wijzigen. PFZW zal dit op jaarbasis bekijken. De sociale partners en het pensioenfonds stellen voor het ingaan van de nieuwe pensioenregeling de kaders vast in hoeverre gepensioneerden beschermd worden tegen schommelingen. 

In de nieuwe regeling zijn overigens ‘veiligheidskleppen’ ingebouwd voor gepensioneerden. Het beleggingsrisico is afgebouwd, waardoor de jaarlijkse schommelingen minder groot zijn. Schokken kunnen worden gespreid over meerdere jaren, en als er desondanks toch sprake is van een verlaging van het pensioen, dan kan deze worden opgevangen of verzacht door de solidariteitsreserve.

Als het goed gaat met de economie, dan stijgen de pensioenen. Gaat het minder, dan kunnen de pensioenen ook dalen. Voor het ingaan van de nieuwe pensioenregeling bepalen de sociale partners en het pensioenfonds in hoeverre zij mensen die al met pensioen zijn, beschermen tegen schommelingen. 

Ja, ook gepensioneerden kunnen straks zien hoe hoog hun persoonlijke pensioenvermogen is. Dat vermogen groeit op basis van de resultaten van de beleggingen en slinkt op basis van uit te keren pensioenbetalingen. Daarnaast zijn er verzekeringsrisico’s die met de andere deelnemers samen worden gedeeld en die ook in het pensioenvermogen worden verwerkt. Zo kunnen we het ouderdomspensioen zo lang als u leeft uitkeren, hoe oud u ook wordt.

Nee, uw pensioenvermogen is nooit ‘op’.. U kunt erop vertrouwen dat u uw pensioen in de nieuwe pensioenregeling ook elke maand ontvangt. Of gaat ontvangen als u straks met pensioen bent. Ook al wordt u 120 jaar.

PFZW gaat de pensioenuitkeringen één keer per jaar aanpassen.

Nee, de huidige keuzemogelijkheden blijven behouden, maar worden niet flexibeler. We hebben het dan over de volgende keuzes:

  • Vervroegen van pensioen
  • Deeltijdpensioen (combinatie van deels werken en deels pensioen)
  • Ruilen van een stukje ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen, en andersom
  • Hoog/laag regeling (eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen per maand, en andersom)

In een nieuwe wet is een extra keuzemogelijkheid afgesproken: de mogelijkheid om bij aanvang van het pensioen een bedrag ineens (maximaal 10% van het pensioen) op te nemen. Deze mogelijkheid gaat op zijn vroegst op 1 juli 2024 in.

Nee, alleen op het moment dat u met pensioen gaat, kunt u ervoor kiezen een deel van uw opgebouwde pensioen in één keer te laten betalen. U kunt ook niet uw hele opgebouwde pensioen in één keer opnemen. Het gaat om maximaal 10% van het pensioen dat u dan opneemt. Deze mogelijkheid gaat op zijn vroegst op 1 juli 2024 in. De wet is nog niet officieel goedgekeurd.

Ik heb pensioen opgebouwd

De nieuwe regels voor pensioen gelden voor iedereen. Ook als u in het verleden pensioen heeft opgebouwd bij PFZW en dit bij PFZW heeft laten staan, dan wordt dit waarschijnlijk omgezet naar de nieuwe pensioenregeling. De sociale partners hebben namelijk een voorlopige voorkeur uitgesproken voor het omzetten van de bestaande pensioenen naar de nieuwe regeling. In dat geval gaat de nieuwe pensioenregeling met terugwerkende kracht gelden voor alle pensioenen, dus ook voor uw opgebouwde pensioen. PFZW verwacht op 1 januari 2026 over te gaan naar de nieuwe pensioenregeling. Wij informeren u tijdig over de gevolgen voor uw pensioen.  

Elk pensioenfonds en elke pensioenverzekeraar moet vóór 1 januari 2028 de pensioenregeling aanpassen aan de nieuwe regels. De nieuwe regels voor pensioen gelden dus voor iedereen die pensioen opbouwt.

U mag uw opgebouwde pensioenvermogen onder voorwaarden overdragen naar een ander pensioenfonds als u van baan wisselt. U krijgt het actuele voor uw pensioen gereserveerde pensioenvermogen mee, maar geen deel van de buffer (solidariteitsreserve). Net zoals nu is het dan verstandig om de pensioenregeling van PFZW te vergelijken met de pensioenregeling van uw huidige pensioenfonds. U kunt dan bijvoorbeeld kijken naar de keuzemogelijkheden binnen de verschillende pensioenregelingen, de manier waarop de pensioenfondsen beleggen of de hoeveelheid risico die u loopt op weg naar uw pensioen.

Ja, uw pensioen blijft bij PFZW staan, maar wordt omgerekend naar een pensioenvermogen in de nieuwe regeling. De sociale partners hebben een voorlopige voorkeur uitgesproken voor het omzetten van de bestaande pensioenen naar de nieuwe regeling. De regels van de nieuwe pensioenregeling gaan dan met terugwerkende kracht gelden voor alle pensioenen, dus ook voor uw opgebouwde pensioen. PFZW rekent dan uit wat de waarde is van het pensioen dat u heeft opgebouwd. Die waarde neemt u mee naar de nieuwe regeling.

Zodra de nieuwe pensioenregels zijn uitgewerkt, bieden we handige tools zodat iedereen precies kan zien wat er onder de streep verandert. Zoals het er nu uitziet, informeert PFZW u in 2025 over de nieuwe regeling. We laten u dan zien wat u in de huidige regeling naar verwachting zou krijgen en wat u in de nieuwe regeling naar verwachting gaat krijgen. 

Ik ben arbeidsongeschikt

Als u arbeidsongeschikt of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent, ontvangt u mogelijk een arbeidsongeschiktheidspensioen van PFZW. Ook is daarnaast misschien premievrije pensioenopbouw voor u geregeld. In het nieuwe pensioenstelsel wordt het huidige arbeidsongeschiktheidspensioen voortgezet. Dit pensioen beweegt straks mee met de economie en kan jaarlijks iets hoger of lager zijn. De sociale partners hebben een voorlopige voorkeur uitgesproken voor het omzetten van de bestaande pensioenen naar de nieuwe regeling. In dat geval gaan de regels van de nieuwe pensioenregeling met terugwerkende kracht gelden voor alle pensioenen, dus ook voor uw opgebouwde ouderdomspensioen.

Het partnerpensioen

Nee, het is niet mogelijk om een bedrag ineens op te nemen van het partnerpensioen. U kunt alleen op de pensioendatum een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen ineens opnemen. We verwachten dat dit op zijn vroegst vanaf 1 juli 2024 mogelijk is. 

Bij een partnerpensioen op risicobasis zijn uw partner en kinderen verzekerd van een nabestaandenpensioen zolang u bij PFZW meedoet met de pensioenregeling. Deze verzekering stopt op het moment dat u niet meer deelneemt aan de pensioenregeling. Als u een nieuwe werkgever hebt, gaat u deelnemen in de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever en bent u daar verzekerd voor partnerpensioen. Als u geen nieuwe werkgever hebt, blijft u nog tot drie maanden na uw uitdiensttreding verzekerd of langer zolang u een werkloosheiduitkering ontvangt. Ook zijn er dan mogelijkheden om uw dekking voort te zetten.

Het partnerpensioen wordt in de nieuwe regeling vóór pensioendatum verzekerd met een risicoverzekering. Dat betekent dat u hiervoor alleen bent verzekerd als u hiervoor premie betaalt. Dat geldt dus automatisch voor iedereen die als werknemer pensioen opbouwt bij PFZW. Er mag maximaal een bedrag van 50% van het salaris worden verzekerd voor partnerpensioen. Hierdoor is het voor u, en alle andere deelnemers, duidelijk welk bedrag uw partner ontvangt bij overlijden. Het maakt niet meer uit hoe lang u al deelneemt aan de pensioenregeling, er wordt altijd maximaal 50% van het salaris verzekerd. 

In de huidige regeling gaat om een dekking van 1,25% per gewerkt of te werken dienstjaar. Dat komt bij 40 dienstjaren neer op 50% van de pensioengrondslag, oftewel ongeveer 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Omdat de pensioengrondslag lager is dan het salaris (bij de pensioengrondslag wordt de AOW buiten beschouwing gelaten) zal bij de maximale dekking van 50% van het salaris het partnerpensioen hoger zijn. Bovendien is in de huidige regeling het partnerpensioen lager voor deelnemers met minder dan 40 dienstjaren. Dat onderscheid geldt niet meer in de nieuwe regeling. 

Of 50% het maximale percentage wordt, bespreken werkgevers en werknemers en krijgt u ruim voor de ingang van de nieuwe regeling te weten. En gaat u voor pensioendatum uit dienst, dan zijn er mogelijkheden om de dekking voor partnerpensioen voort te zetten.

Iedereen gaat over naar de nieuwe pensioenregeling met de regels die daarbij horen, ook degenen die een partnerpensioen ontvangen.

Ja, de keuzes en afspraken die u heeft gemaakt toen u met pensioen ging, veranderen niet. 

Nee, de keuzes en afspraken die u heeft gemaakt toen u met pensioen ging, veranderen niet.

Als u overlijdt na de pensioendatum, dan stopt het ouderdomspensioen. Vaak ontvangen de nabestaanden dan een partnerpensioen en/of een wezenpensioen. In het nieuwe pensioenstelsel worden de regels voor het partnerpensioen na de pensioendatum niet veranderd. Voor het uitkeren van het wezenpensioen komt een vaste eindleeftijd van 25 jaar. Bij PFZW is dat nu 21 jaar.

Ook in de nieuwe pensioenregeling is er nabestaandenpensioen voor achterblijvende partners en kinderen. Check in MijnPFZW of uw partner bekend is bij ons. U vindt hier ook informatie wat de voorwaarden zijn om uw partner aan te melden. 

Omzetten van bestaande pensioenen (invaren)

Zodra de nieuwe pensioenregeling ingaat, gaat u pensioen opbouwen volgens het nieuwe systeem. Aan de huidige opgebouwde pensioen van de mensen die nog werken en de pensioenen van de gepensioneerden verandert in principe niets. De sociale partners hebben echter de intentie uitgesproken om ook die pensioenen te willen omzetten naar de nieuwe pensioenregeling. Wordt er definitief voor omzetten gekozen, dan worden de nieuwe pensioenregels ook toegepast op de in het verleden opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. Dit zorgt voor het bij elkaar houden van het oude en nieuwe pensioen. PFZW kijkt dan naar hoeveel pensioen u tot nu toe heeft opgebouwd en berekent wat de waarde daarvan is in het nieuwe pensioenstelsel.

U ontvangt jaarlijks een pensioenoverzicht van PFZW waarop u kunt zien wat uw verwachte pensioen op de pensioendatum zal zijn. Dit verwachte pensioen wordt getoond voor drie verschillende economische scenario’s. Ook na de omzetting naar de nieuwe pensioenregeling ontvangt u pensioenoverzichten van PFZW. U kunt dan zien welke gevolgen de omzetting op uw verwachte pensioen heeft gehad.

Dit ligt eraan of de huidige pensioenen omgezet gaan worden naar de nieuwe pensioenregeling. De sociale partners hebben de intentie uitgesproken om de huidige opgebouwde pensioenen van de mensen die nog werken en de pensioenen van de gepensioneerden te willen omzetten naar de nieuwe pensioenregeling. Als er defintief gekozen wordt voor omzetten, dan zal het Flexpensioen ook worden omgezet naar de nieuwe pensioenregeling en wordt dit meegenomen in het persoonlijke pensioenvermogen. U kunt wel kiezen voor een ouderdomspensioen dat eerder ingaat.

Beleggen

In de wet is inderdaad afgesproken dat ouderen minder beleggingsrisico krijgen toebedeeld dan jongeren, maar we weten nog niet precies hoe. Net zoals nu gaat PFZW collectief beleggen. Uw ingelegde pensioenpremie wordt dan samengevoegd met de pensioenpremies van alle andere deelnemers van PFZW en belegd volgens het beleggingsbeleid dat door het bestuur is vastgesteld. Het pensioenfonds verdeelt het behaalde beleggingsresultaat en de risico’s over de verschillende leeftijdsgroepen via vooraf afgesproken regels. Hoe de risico’s precies worden verdeeld, hangt af van de nieuwe pensioenregeling van PFZW. De sociale partners, dat zijn de vertegenwoordigers van de werknemers en de werkgevers, bepalen met hun achterbannen de invulling van de regeling.

Dat kunnen we nog niet precies zeggen. Mee- en tegenvallers worden via vooraf afgesproken regels verdeeld over iedereen die een pensioen heeft bij PFZW. Op die manier krijgt iedere leeftijdsgroep de hoeveelheid risico die het beste past. Voor gepensioneerden zal dit risico lager zijn dan voor jongeren. Daarnaast verkleinen we de kans op verlagingen door de solidariteitsreserve daarvoor in te zetten. In goede tijden bouwen we deze buffer op, zodat we die in slechte tijden kunnen gebruiken om de pijn wat te verzachten. Tenslotte kunnen we de kans op verlagingen verkleinen door meevallers en tegenvallers over meerdere jaren te spreiden.

Net zoals nu gaat PFZW collectief beleggen volgens het beleggingsbeleid dat door het bestuur is vastgesteld. Er is geen persoonlijke keuzemogelijkheid voor beleggingen. Het pensioenfonds verdeelt het collectief behaalde beleggingsresultaat en de risico’s doelgericht over de verschillende leeftijdsgroepen via vooraf afgesproken regels. We dragen samen de lusten en de lasten.

PFZW is, net als alle andere fondsen, voor het beleggingsresultaat zeer afhankelijk van de economische ontwikkelingen. Die heeft PFZW niet in de hand. Om de risico’s zo klein mogelijk te maken wordt er ‘gespreid’ belegd, in verschillende categorieën en regio’s over de gehele wereld. Dat kan omdat PFZW zo’n groot fonds is. 

Iedere deelnemer krijgt zijn eigen persoonlijke pensioenvermogen en voor de verschillende leeftijdsgroepen wordt dit persoonlijke vermogen met een ander risico belegd. Er is dus sprake van maatwerk.

PFZW heeft voor de solidaire premieregeling gekozen, onder andere omdat dat het beste past bij de wensen van de mensen uit de sector zorg en welzijn. In de solidaire regeling is geen sprake van individuele beleggingsvrijheid. De deelnemers worden juist ontzorgd op het gebied van beleggen.

Er zijn overigens wel op vele andere gebieden persoonlijke keuzes te maken, namelijk

  • Vervroegen van pensioen
  • Deeltijdpensioen (combinatie van deels werken en deels pensioen)
  • Ruilen van een stukje ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen, en andersom
  • Hoog/laag regeling (eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen per maand, en andersom)

En er is een extra keuzemogelijkheid afgesproken: de mogelijkheid om bij aanvang van het pensioen een bedrag ineens (maximaal 10% van het pensioen) op te nemen. Deze mogelijkheid gaat waarschijnlijk op zijn vroegst op 1 juli 2024 in.

Nee, u heeft een persoonlijk deel in een gezamenlijk, collectief belegd pensioenvermogen. De pensioenbeheerder beheert en belegt die pot. U kunt geen beleggingsprofiel kiezen op basis van uw eigen voorkeuren. Op het gebied van beleggen wordt u dus ontzorgd. 

Er zijn overigens wel allerlei andere zaken waarover u keuzes kunt maken, om het pensioen zo goed mogelijk te laten aansluiten op uw persoonlijke situatie, namelijk

  • Vervroegen van pensioen
  • Deeltijdpensioen (combinatie van deels werken en deels pensioen)
  • Ruilen van een stukje ouderdomspensioen voor extra partnerpensioen, en andersom
  • Hoog/laag regeling (eerst een hoger pensioen en later een lager pensioen per maand, en andersom)

En er is een extra keuzemogelijkheid afgesproken: de mogelijkheid om bij aanvang van het pensioen een bedrag ineens (maximaal 10% van het pensioen) op te nemen. Deze mogelijkheid gaat op zijn vroegst op 1 juli 2024 in.

Waarop gedoeld wordt, is dat in de nieuwe regeling voor de allerjongste deelnemers voor meer dan 100% in zakelijke waarden kan worden belegd. Zakelijke waarden zijn bijvoorbeeld aandelen en vastgoed met een hoog risico. Als individuele belegger is een blootstelling aan meer dan 100% aandelenrisico niet mogelijk; in een collectief kan dat wel. Vaak wordt dit aangeduid als ‘het opheffen van de leenrestrictie’ of ‘beleggen met geleend geld’. In werkelijkheid is er geen sprake van een daadwerkelijke lening van de ene groep aan de andere groep.

Deze mogelijkheid is interessant, omdat het tot een beter risico/rendementsprofiel leidt voor de deelnemers. Met andere woorden: via deze mogelijkheid krijgen deelnemers meer pensioen voor hetzelfde risico, of minder risico voor hetzelfde pensioen.

De mogelijkheid om de leenrestrictie op te heffen is inderdaad uitgebreid in het nieuws geweest, omdat bij de behandeling van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in de Tweede Kamer bleek dat toezichthouder De Nederlandsche Bank in zijn voorbeeldberekeningen de allerjongste deelnemers had blootgesteld aan maar liefst 2500% (!) aandelenrisico. In de praktijk zou niet één pensioenfonds dat daadwerkelijk doen. In de Wtp is uiteindelijk afgesproken dat de blootstelling aan zakelijke waarden niet hoger mag zijn dan 150%.

Verhoging van de pensioenen (indexatie)

Pensioenfondsen mogen in de overgangsperiode ‘door de bril van het nieuwe stelsel’ naar hun financiële positie kijken. Dat betekent dat pensioenfondsen gebruik kunnen maken van versoepelde regels van de overheid en de pensioenen mogen verhogen als de dekkingsgraad hoger is dan 105%.  Dat betekent dat wij voor elke euro die wij betalen aan pensioen, € 1,05 in kas moeten hebben. Het bestuur van PFZW besluit elk jaar of de pensioenen kunnen worden verhoogd.

PFZW heeft de ambitie om de pensioenen mee te laten stijgen met de prijsontwikkeling. Daarbij kijken we naar de consumentenprijsindex over de periode van september ten opzichte van september van het jaar daarvoor. Wij besluiten elk jaar of er kan worden geïndexeerd. Er moet namelijk wel genoeg financiële ruimte zijn om de pensioenen te kunnen verhogen. Door gebruik te maken van versoepelde regels van de overheid konden we de pensioenen in 2023 gedeeltelijk indexeren. Daarbij hebben we rekening gehouden met de korte en de lange termijn. Gezien de economische omstandigheden van het moment is voorzichtigheid geboden. Door de gedeeltelijke indexatie is de kans op verlaging van de pensioenen de komende jaren beperkt