Waarom een nieuw pensioenstelsel?
Het huidige pensioenstelsel heeft lange tijd goed gewerkt. Maar de afgelopen jaren is er veel veranderd. De opbouw van de bevolking, de economie en de arbeidsmarkt zijn anders dan vroeger. Mensen werken niet meer hun hele leven bij één werkgever. Ze veranderen vaker van baan of werken een tijdje voor zichzelf. We worden allemaal steeds ouder en genieten langer van pensioen. Het is belangrijk dat het pensioenstelsel daar rekening mee houdt.
Pensioen wordt onbetaalbaar
Er zijn steeds minder werkende mensen en meer gepensioneerden. Dit heeft invloed op inkomsten en uitgaven van pensioenfondsen. De huidige rekenregels maken het bovendien moeilijk om als het beter gaat met de economie, de pensioenen mee te laten groeien. Tijd voor verandering dus. Zodat u gerustgesteld kan zijn dat u, als u stopt met werken, elke maand een pensioeninkomen ontvangt.
Bekijk onze animatie over het nieuwe pensioenstelsel. U krijgt antwoord op de vragen: waarom komt er een nieuw stelsel en hoe ziet dat er straks uit?
Ook interessant voor u: ons webinar over het nieuwe pensioenstelsel. We geven hierin antwoord op veelgestelde vragen over het stelsel.
Wat is er tot nu toe veranderd?
Tot 2025 is de AOW-leeftijd van 67 jaar vastgelegd in de wet. Daarna zal de AOW-leeftijd niet 1 jaar stijgen per jaar dat we langer leven, maar 8 maanden. Wilt u weten wat uw AOW-leeftijd is?
> AOW-leeftijd checken op de website van de Sociale Verzekeringsbank
U kunt met uw werkgever afspraken maken over eerder stoppen met werken. Van 2021 tot en met 2025 betalen werkgevers geen heffing over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW. Voorwaarde hiervoor is dat dit plaatsvindt in de laatste drie jaar vóór uw AOW-leeftijd. Uw werkgever betaalt u dan als het ware eerder AOW. Iedere werkgever en werknemer kan gebruikmaken van deze regeling. Check bij uw werkgever of deze mogelijkheid er ook voor u is.
Nog een mogelijkheid om eerder te stoppen met werken is de verdubbeling van het aantal weken belastingvrij verlofsparen. Uw werkgever kan u extra verlof geven door bijvoorbeeld overwerk (deels) te belonen met extra verlofopbouw. De verruiming van het verlofsparen geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021.
Voorlopig gaan we ervan uit dat deze regeling begin 2024 ingaat. Maar dat is nog niet zeker. Een bedrag ineens opnemen betekent: als u met pensioen gaat, krijgt u de mogelijkheid om maximaal 10% van de waarde uw opgebouwde ouderdomspensioen in een keer op te nemen.
Wat zijn de nieuwe pensioenregels?
Nog niet alle nieuwe pensioenregels zijn tot in detail bekend. Op 22 december 2022 stemde de Tweede Kamer in met de Wet toekomst pensioenen. Nu is het de beurt aan de Eerste Kamer, die op 17 januari 2023 aan de behandeling van de wet begint. Na goedkeuring kost het nog veel tijd om de nieuwe pensioenregels door te voeren in de nieuwe pensioenregeling.
Sommige regels zijn al goedgekeurd en ingevoerd, zoals de aanpassing van de AOW-leeftijd, de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) en de verruiming van verlofsparen.
Welke keuzes moeten er gemaakt worden?
In het nieuwe pensioenstelsel bestaat straks alleen nog de premieregeling. Deze is er straks in twee varianten, namelijk de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling.
De sociale partners bestaan uit werknemer- en werkgeverorganisaties in de sector zorg en welzijn. Zij bepalen hoe uw pensioen er straks uit gaat zien en kiezen uiteindelijk één van de regelingen.
In beide varianten is de premie het vertrekpunt en voor alle leeftijden gelijk. Deze premie beleggen we. Uw pensioen betalen we uit uw opgebouwde persoonlijke pensioenvermogen. Er is geen sprake meer van een dekkingsgraad.
U kunt er nog steeds op vertrouwen dat u elke maand pensioen ontvangt als u stopt met werken, ook al wordt u 120 jaar.
De premieregelingen hebben overeenkomsten, maar er zijn ook verschillen
Bij de solidaire premieregeling ligt het accent op het onderling delen van risico's. Bij deze regeling heeft iedereen een eigen deel van een gezamenlijke pensioenpot die gezamenlijk belegd is. De waarde van de pensioenpot kan wisselen en hangt af van de beleggingsresultaten. Er zijn manieren bedacht om al te grote tegenvallers te voorkomen:
- Rendement en risico’s worden meer gedeeld: voor jongeren is er meer risico en daardoor naar verwachting een hoger rendement. Zij hebben meer tijd om tegenvallers op te vangen. Voor (bijna) gepensioneerden is er minder risico met daardoor naar verwachting een wat lager rendement. Hoe dichter iemand bij zijn pensioen komt, hoe kleiner de schommelingen zijn.
- Voor gepensioneerden kunnen we de resultaten van de beleggingen over meer jaren uitsmeren. Zo wisselt de hoogte van hun pensioen niet te veel.
- Er is een buffer voor tegenvallers: de solidariteitsreserve. In goede tijden bouwen we deze op, zodat we de buffer in slechte tijden kunnen gebruiken om de pijn wat te verzachten.
Bij de flexibele premieregeling ligt het accent op belegginsvrijheid. In deze regeling heeft iedereen een eigen pensioenpotje. Het pensioenfonds bewaakt en belegt dat potje. Het pensioenfonds gaat daarbij uit van meer rendement en risico’s voor jongeren dan voor ouderen.
Er is meer keuzevrijheid bij het beleggen. Iedereen kan kiezen hoeveel risico zij wil nemen. Maar als de rendementen tegenvallen, kunnen ze minder rekenen op anderen. Dit komt doordat er minder risico’s worden gedeeld. Verder kunnen gepensioneerden kiezen tussen een vast pensioen of een pensioen dat zich aanpast aan de economische situatie
Ook hier kan gekozen worden voor een buffer voor tegenvallers. In goede tijden bouwen we deze op, zodat we de buffer in slechte tijden kunnen gebruiken om de pijn wat te verzachten.
Bestaande pensioenen omzetten of niet?
De sociale partners nemen in 2023 ook een besluit over hoe we om moeten gaan met de pensioenbouw van mensen die nog werken en de pensioenen van de gepensioneerden.
Alle pensioen omzetten naar het nieuwe pensioenstelsel, wordt invaren genoemd. Wordt er voor invaren gekozen dan worden de nieuwe pensioenregels ook toegepast op de in het verleden opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. Dit zorgt voor het bij elkaar houden van het oude en nieuwe pensioen. Om te kunnen invaren, moeten de bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten omgerekend worden naar persoonlijke pensioenvermogens in het nieuwe pensioenstelsel.
Als de huidige pensioenen in de oude regeling blijven heeft dat als nadeel dat de administratie en communicatie ingewikkelder wordt.
Worden deelnemers betrokken bij de te maken keuzes?
Zeker! Bij te maken keuzes voor de nieuwe pensioenregeling is het belangrijk om te weten hoe deelnemers denken over bijvoorbeeld het nemen van risico met hun pensioengeld. Wij onderzoeken de houding en voorkeuren van onze deelnemers regelmatig.
De definitieve keuzes voor de nieuwe pensioenregeling worden genomen door de sociale partners: de vertegenwoordigers van de werknemers, werkgevers en gepensioneerden. Instemming van individuele deelnemers is daarvoor niet nodig.
Hoorrecht voor gepensioneerden
Organisaties van gepensioneerden en oud-medewerkers die geen pensioen meer opbouwen bij PFZW krijgen volgens de wet een hoorrecht. Dat betekent dat zij hun ideeën over de nieuwe pensioenregeling kenbaar kunnen maken bij de sociale partners. De sociale partners kunnen dit meenemen in de beslissingen die zij gaan nemen. Dat hoorrecht heeft twee functies. Het zorgt al vroeg voor informatie aan belanghebbenden en hun belangenbehartigers over de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. En het dwingt de sociale partners de belangen van de gepensioneerden zichtbaar mee te nemen in hun beslissingen.
Wilt u als gepensioneerden uw ideeën kenbaar maken over de overgang naar de nieuwe pensioenregeling? U kunt dit rechtstreeks bij PFZW doen, maar ook bij de organisaties die uw belangen behartigen.