AOW-, pensioen- en pensioenrekenleeftijd

We kennen we 3 verschillende soorten leeftijd, die allemaal invloed hebben op uw pensioen. Hier leggen we kort uit welke dat zijn wat ze betekenen.

AOW-leefijd

Vanaf deze leeftijd keert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) de AOW uit. In 2020 en 2021 blijft die op de huidige leeftijd van 66 jaar en 4 maanden. Vervolgens stijgt de leeftijd in 2022 naar 66 jaar en 7 maanden en in 2023 naar 66 jaar en 10 maanden. Vanaf 2024 is de AOW-leeftijd 67 jaar. Daarna komen er 8 maanden bij voor elk jaar dat we langer leven. Vanaf 2028 stiijgt de leeftijd naar 67 jaar en 3 maanden. In de oude situatie zou de AOW-leeftijd al in 2021 naar 67 jaar zijn gestegen. De afspraken over de AOW-leeftijd gaan in zodra de wet die dit regelt, is aangenomen. Op hun website vindt u uw (geschatte) AOW-leeftijd.

Pensioenleeftijd

Dit is de leeftijd waarop het ouderdomspensioen standaard ingaat. Bij PFZW is dit dezelfde dag als de dag waarop de AOW ingaat. U kunt ervoor kiezen het ouderdomspensioen te vervroegen of uit te stellen.

Pensioenrichtleeftijd

Dit is de leeftijd die in de fiscale wetgeving wordt gebruikt voor de berekening van de maximaal toegestane pensioenopbouw. Begin 2017 was al vastgelegd dat de pensioenrichtleeftijd in 2018 zou stijgen naar 68 jaar. PFZW heeft de verhoging naar 68 jaar vanaf 1 januari 2018 overgenomen in de pensioenregeling. Dit betekent dat PFZW bij pensioen opgebouwd vanaf 2018 rekenkundig ervan uitgaat dat het pensioen ingaat op 68 jaar.

Het verhogen van de pensioenrichtleeftijd heeft geen invloed op uw AOW- of pensioenleeftijd. U kunt ervoor kiezen het ouderdomspensioen te vervroegen of uit te stellen. PFZW noemt de pensioenrichtleeftijd in haar reglement de pensioenrekenleeftijd.