Cafetariastelsel 2.0 leidt niet tot wijziging pensioengevend salaris

18-04-2024 | Bij een systeem van flexibele arbeidsvoorwaarden (ook wel cafetariasysteem, of meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden) kunnen werknemers brutosalaris ruilen voor een loonbestanddeel waarover geen loonheffingen worden berekend. Zij kunnen bijvoorbeeld hun bruto periodeloon, vakantietoeslag of eindejaarsuitkering verlagen in ruil voor een fiets, vergoeding voor vakbondscontributie, een reiskostenvergoeding, of een ander loonbestanddeel waarover geen loonheffingen worden berekend. 

Wijst de werkgever de loonbestanddelen waarnaar wordt geruild aan als eindheffingsbestanddeel in de werkkostenregeling?       

Dan wijzigt het pensioengevend salaris niet. Deze omruil van een bruto naar een netto loonbestanddeel is fiscaal voordelig en heeft geen nadelige gevolgen voor de pensioenopbouw van de werknemers. Het pensioengevend salaris wordt door deze ruil namelijk niet verlaagd.

Een cafetariasysteem moet volgens de Belastingdienst voldoen aan de zogenaamde realiteitswaarde. Dit betekent dat een wijziging (ruil van bruto naar netto) moet doorwerken in andere loongerelateerde beloningen, zoals vakantietoeslag, het loon dat wordt doorbetaald bij ziekte en mogelijke toekomstige uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (WW, WIA).

In 2024 heeft de Belastingdienst goedgekeurd dat een dergelijke uitruil ook ‘realiteitswaarde’ heeft als bij de bepaling van de ruilwaarde rekening wordt gehouden met eventueel door de werkgever verschuldigde eindheffing als gevolg van overschrijding van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. De medewerker doet dan afstand van een overeengekomen bruto loonwaarde, bijvoorbeeld bruto € 740, in ruil voor een loonbestanddeel met een lagere waarde dan de zuivere nettoloonwaarde van het brutoloonbestanddeel, bijvoorbeeld netto € 600. Bij een belastingtarief van stel 37% zou de medewerker van die bruto € 740 netto slecht € 466 loonwaarde hebben ontvangen. 

Houdt de medewerker meer netto loonwaarde over dan wanneer niet is uitgeruild? 

Dan is die uitruil interessant. Zo’n uitruil wordt door de Belastingdienst niet bestreden. En de werkgever kan de eventueel verschuldigde loonheffingen uit het verschil financieren. Wel moet de werkgever er rekening mee houden dat ook bij deze ruil het pensioengevend salaris wordt bepaald op de oorspronkelijke loonwaarde van vóór de uitruil (in het gegeven voorbeeld: € 740 bruto).