De verwachting is dat de meeste deelnemers erop vooruitgaan. Voor deelnemers die erop achteruit zouden gaan, is er compensatie. Dit is het extra bedrag dat PFZW aan het pensioenvermogen toevoegt om de nadelen van het afschaffen van doorsneesystematiek zoveel mogelijk te beperken. Voor actieve deelnemers vanaf een jaar of 40-45 die nog maar relatief weinig hebben opgebouwd in het verleden en nog relatief veel gaan opbouwen in de toekomst is (o.b.v. de huidige rente en dekkingsgraad) deze compensatie mogelijk niet genoeg om erop vooruit te gaan. Deze deelnemers ontvangen een voorbeeldberekening waarbij ze in de nieuwe pensioenregeling een lager pensioenvooruitzicht hebben dan in de huidige regeling.
Extra toelichting:
Het omzetten naar de nieuwe pensioenregeling kan voor deelnemers zowel een positief als negatief effect hebben op de hoogte van het pensioen. Het feit dat het vermogen van de deelnemer straks onder de nieuwe regels valt, heeft een positief effect. In de nieuwe pensioenregeling hoeft het pensioenfonds een minder grote buffer aan te houden dan in de huidige regeling. Door het afschaffen van de doorsneesystematiek kan een deelnemer in de toekomst een negatief effect ondervinden. Voor de meeste deelnemers zijn die ‘min’ en ‘plus’ ongeveer even groot. Als de deelnemer ook nog compensatie krijgt, heeft deze er nog een ‘plus’ bij. Als de deelnemer nog maar relatief weinig heeft opgebouwd in het verleden is de ‘plus’ dat haar/zijn vermogen straks onder de nieuwe regels valt dus nog niet zo groot. Zelfs met de ‘plus’ van de compensatie meegerekend kan het zijn dat deze deelnemer minder pensioen overhoudt. Als de deelnemer al veel pensioen heeft opgebouwd, is juist de ‘plus’ van het omzetten van het vermogen naar de nieuwe regeling groot. Daarmee compenseert de deelnemer de ‘min’ van het afschaffen van de doorsneesystematiek.
Het is steeds een optelsom van deze drie effecten. Als de deelnemer nog maar relatief weinig heeft opgebouwd en naar verwachting nog veel gaat opbouwen bijvoorbeeld door zijn of haar (jonge) leeftijd of een dienstverband met meer uren, is de compensatie nog niet voldoende om een positief effect te hebben op haar/zijn pensioen. Dit is immers slechts een klein aandeel in de verwachte pensioenopbouw.
Aan de andere kant heeft deze deelnemer met een leeftijd vanaf een jaar of 40-45 dan ook niet of nauwelijks het financieel nadeel gehad van relatief een te hoge premie in verhouding tot een te lage opbouw. In de huidige regeling betaalt iedereen dezelfde premie voor een evenredig pensioen. Jongeren betalen eigenlijk iets te veel, omdat hun premie langer kan renderen. Zij betalen nu als het ware mee aan de pensioenopbouw van ouderen. Ouderen krijgen dus iets te veel pensioen voor de inleg die zij betalen.