07-07-2025 | De nieuwe pensioenregeling is gemaakt om de pensioenen in goede tijden makkelijker en sneller te kunnen laten meegroeien met de stijgende prijzen. En de pensioeninkomens van gepensioneerden zijn in de nieuwe pensioenregeling van PFZW vanaf 2026 ook nog beter beschermd tegen een verlaging dan nu. Maar in hele slechte economische tijden blijft een verlaging mogelijk, net als nu. Die kansen maken we wel zo klein mogelijk. Hoe doen we dat dat? Op drie manieren.
Ten eerste beleggen we het pensioengeld verspreid over veel verschillende beleggingen en over veel verschillende landen. We beleggen dus niet alleen in aandelen, maar ook bijvoorbeeld in vastgoed, hypotheken, staatsleningen, infrastructuur en duurzame energie. Zo spreiden we het risico. We spreiden onze beleggingen dus genoeg, maar niet eindeloos. Want we willen wel precies weten waarin we beleggen. We willen elke euro kunnen uitleggen.
Ten tweede gaan we slim om met beleggingsrisico: we zorgen ervoor dat jongeren wat meer risico lopen dan ouderen. Zo kan het pensioenvermogen van jongeren zo goed mogelijk groeien. Wel schommelt het vermogen, en daarmee ook het verwachte pensioen, van jongere deelnemers daardoor wat meer. Maar vanaf het moment dat je 50 jaar bent, gaan we stapje voor stapje voorzichtiger beleggen. Zo krijg je op weg naar je pensioen steeds meer duidelijkheid over wat je aan pensioen kunt verwachten. Maar ook voor pensioengerechtigden blijven we wel beleggen. Want zo kunnen we de pensioeninkomens het best mee laten groeien met de stijgende prijzen.
In de nieuwe pensioenregeling van PFZW zijn de inkomens van pensioengerechtigden straks beter beschermd dan nu. Dus: de kans dat je pensioeninkomen als je eenmaal met pensioen bent daalt als de rendementen van de beleggingen tegenvallen, wordt kleiner in plaats van groter. Dat komt omdat we in de nieuwe regeling een gezamenlijke reserve hebben die we vooral inzetten voor de bescherming van de inkomens van gepensioneerden. Iedereen betaalt aan die reserve mee. We vullen hem in goede tijden, en gebruiken hem in slechte tijden.
Bescherming is niet gratis. De reserve die we hebben waarmee we vooral de pensioeninkomens beschermen, moet worden gevuld. Dat doen we bij de overstap naar de nieuwe pensioenregeling eenmalig met een klein stukje van het gezamenlijke vermogen. En later vullen we de reserve als het nodig is in goede tijden aan. De euro’s die we in de reserve stoppen, kunnen we niet direct uitkeren als pensioen. Dus de bescherming kost een klein beetje pensioen voor iedereen. Maar het beschermt alle gepensioneerden voor een belangrijk deel tegen een verlaging van de pensioenen.
Eén keer per jaar stellen we de hoogte van de pensioenen opnieuw vast. Dat doen we in november. Dan kijken we of de pensioenen vanaf januari omhoog kunnen, of in hele slechte tijden omlaag moeten. Je pensioen gaat dus niet steeds meebewegen met de economie, maar wordt eenmaal per jaar opnieuw bepaald. Dat is nu ook al zo.