In juli of augustus 2025 ontving je de voorbeeldberekening. Dit was nog geen berekening op basis van je eigen gegevens, maar op die van een voorbeeldpersoon.
PFZW wil op 1 januari 2026 overstappen op een nieuwe pensioenregeling. Wettelijk zijn alle pensioenfondsen verplicht om uiterlijk 1 januari 2028 deze overstap te maken. De eerste berekening geeft je voor het eerst inzicht in je verwachte pensioen in de nieuwe regeling. En vergelijkt het met de bedragen in je huidige regeling. Je krijgt jouw persoonlijke eerste berekening in oktober of november 2025 per mail of brief. In die mail of brief vind je een link waarmee je jouw berekening direct kan bekijken.
De eerste berekening bevat veel informatie en cijfers. Je ziet de volgende bedragen terug:
Niet alles verandert in je nieuwe pensioenregeling. Veel blijft hetzelfde. Jouw pensioen is goed geregeld en blijft dat ook. Lees meer op Je nieuwe pensioenregeling.
In de eerste berekening zie je je verwachte pensioeninkomen in de nieuwe en de huidige regeling naast elkaar. Je ziet het pensioeninkomen bruto per maand en bruto per jaar weergegeven. De bruto bedragen per maand zijn zonder vakantiegeld. De bruto bedragen per jaar zijn met vakantiegeld. Voor deze bedragen gaan we ervan uit dat je op je AOW-leeftjid met pensioen gaat. Beide bedragen zijn zonder AOW. AOW is de uitkering die je ontvangt van de overheid vanaf de AOW-leeftijd. Ook zie je hier niet de bedragen die je eventueel via een andere werkgever buiten zorg en welzijn hebt opgebouwd. Kijk daarvoor op mijnpensioenoverzicht.nl.
In je eerste berekening tref je ook het pensioeninkomen aan dat je ontvangt op je AOW-leeftijd als je al op 1 januari 2026 stopt met pensioen opbouwen. Je treft het pensioeninkomen bruto per jaar en per maand aan, beiden zonder AOW. De bruto bedragen per maand zijn zonder vakantiegeld. De bruto bedragen per jaar zijn met vakantiegeld. De bedragen zie je voor de huidige en de nieuwe regeling.
In je eerste berekening zie je de uitkering voor je partner en je eventuele kinderen in de nieuwe regeling. Je ziet zowel de bedragen als je overlijdt voor pensionering en na pensionering. Bovendien verhuist het bedrag dat je hebt opgebouwd in de huidige regeling mee naar de nieuwe regeling. Opgeteld maakt dat de totale uitkering voor je partner en kinderen.
Ontvang je arbeidsongeschiktheidspensioen? Dan zie je dat in de eerste berekening terug. Je ziet het bedrag bruto per maand in de nieuwe en de huidige regeling. En je ziet het bedrag bruto per jaar in de nieuwe en huidige regeling, inclusief vakantiegeld. In januari, februari en maart 2026 krijg je nog het pensioen uit de huidige regeling, wel aangepast voor de nieuwe belastingtarieven. In april 2026 ontvang je het pensioen in de nieuwe regeling.
De economie heeft invloed op de hoogte van je pensioen. Bijvoorbeeld door de rente en onze beleggingsresultaten. Zit het mee met de economie? Dan kan je pensioenvermogen hoger uitvallen. Zit het tegen met de economie? Dan wordt je pensioen misschien lager. Dat proberen we zoveel mogelijk te voorkomen. Daarvoor hebben we een buffer.
In de eerste berekening zie je terug wat de invloed is van de economie op de hoogte van je pensioen. Je ziet niet alleen je verwachte pensioeninkomen bruto per jaar terug, maar ook de bedragen als het meezit en als het tegenzit. Dat zie je voor de huidige en de nieuwe regeling. Houd er rekening mee dat de kans erg klein is dat je het bedrag ‘Als het meezit’ krijgt. Dit gebeurt alleen als onze beleggingsresultaten lange tijd uitzonderlijk goed zijn en de rente hoog is.
In juli of augustus 2025 ontving je de voorbeeldberekening. Dit was nog geen berekening op basis van je eigen gegevens, maar op die van een voorbeeldpersoon.
De eerste berekening baseren we op de persoonlijke gegevens die we van jou hadden op 15 augustus 2025. En we zijn uitgegaan van de dekkingsgraad van 30 juni 2025. De eerste berekening bevat nog geen definitieve cijfers, maar geeft een indicatie van wat je kunt verwachten.
Op 1 januari 2026 wil PFZW overgaan op nieuwe regels voor pensioen.
Tussen half maart en half mei 2026 krijg je de tweede berekening toegestuurd van je verwachte pensioen na de overstap op de nieuwe regeling. Dit baseren we op de dekkingsgraad en jouw persoonlijke gegevens van 31 december 2025. Alle veranderingen tussen 15 augustus 2025 en 1 januari 2026 zijn daarin meegenomen.
U ziet in de eerste berekening naast elkaar het verwachte pensioen in de nieuwe en de huidige regeling. Deze bedragen baseren we op de financiële cijfers van eind juni van dit jaar en de gegevens die we van u hadden op 15 augustus van dit jaar. De bedragen kunnen dus nog wat veranderen, want uiteindelijk tellen de cijfers van eind dit jaar. In deze berekening doen we bijvoorbeeld aannames voor de economische toekomstverwachtingen (de rente, het rendement op aandelen en de inflatie), het pensioenvermogen en de financiële situatie van het pensioenfonds, ook wel de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft aan of een fonds voldoende geld in kas heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. Tussen half maart en half mei 2026 ontvangt u de tweede berekening. Die is gebaseerd op de gegevens op 31 december 2025.
De eerste berekening baseren we onder andere op de economische toekomstverwachtingen, zoals voor de rente, het rendement op aandelen en de inflatie, de hoogte van het pensioenvermogen en de financiële situatie van het pensioenfonds. We kijken daarbij vooruit naar 31 december 2025. Het gaat bij de eerste berekening dus om een inschatting, gebaseerd op de financiële positie van het pensioenfonds op 30 juni 2025 én de gegevens die we op 15 augustus 2025 van u hadden. Als de cijfers veranderen, óf uw persoonlijke situatie verandert (zoals bijvoorbeeld uw salaris), zal de tweede berekening (die u ontvangt tussen half maart en half mei 2026) afwijken van de eerste berekening. We gaan ervan uit dat de eerste berekening wel een goede inschatting is.
U kunt uw gegevens in 2025 inzien op MijnPFZW.nl. In januari, februari en maart 2026 kunt u tijdelijk niet in MijnPFZW. We zijn dan bezig met de invoering van de nieuwe regeling. Vanaf 1 april 2026 kunt u MijnPFZW weer raadplegen.
Heeft u het gevoel dat uw gegevens niet kloppen? Neem dan contact met ons op.
Als de financiële situatie van PFZW verandert voor de tweede berekening, kunnen ook de bedragen die u ziet in de tweede berekening veranderen. Bij de tweede berekening baseren we ons op de financiële situatie van PFZW op 31 december 2025.
De eerste berekening maken we op basis van de financiële situatie van het pensioenfonds op 30 juni 2025. Verder maken we gebruik van de gegevens die we op 15 augustus 2025 van u hadden.
Per 1 april 2026 is MijnPFZW aangepast aan de nieuwe pensioenregeling. De maanden januari, februari en maart hebben we nodig om de nieuwe pensioenregels in te voeren in MijnPFZW. U kunt die drie maanden niet inloggen op MijnPFZW.
Ja, dat kan. Dan moet u uw pensioen aanvragen vóór 15 december 2025. Dit komt omdat het aanvraag- en toekenningsproces in januari, februari en maart door de overgang naar de nieuwe regeling niet mogelijk is. Deze tijd is nodig om de nieuwe regeling te verwerken in MijnPFZW.
Pensioenaanvragen en wijzigingen die vanaf 15 december 2025 tot en met 31 maart 2026 binnenkomen, behandelen we vanaf 1 april met terugwerkende kracht, ook voor de maanden januari, februari en maart.
Wij verwachten dat pensioen aanvragen in de nieuwe regeling weer mogelijk is vanaf april 2026. Aanvragen die zijn ingediend vóór 15 december 2025, kunnen we nog voor het einde van het jaar toekennen.
In de nieuwe pensioenregeling is uw pensioen meer afhankelijk van de beleggingsresultaten van PFZW. Als het goed gaat, kan uw pensioen eerder omhoog dan nu. Gaat het langere tijd economisch slecht? Dan kan het pensioen ook omlaaggaan. Dat is nu ook al zo. De solidariteitsreserve is een gezamenlijke buffer voor slechte tijden. In goede tijden bouwen we deze op. In slechte tijden gebruiken de buffer om de tegenvallende resultaten op te vangen. In de meeste gevallen kunnen we daarmee voorkomen dat de pensioenen omlaag moeten. Maar een garantie daarop kunnen we niet bieden. Net als nu.
Beleggen betekent dat we geld investeren in bijvoorbeeld bedrijven (via aandelen) of staatsleningen. We beleggen ook in onder meer vastgoed, hypotheken en infrastructuur. Dit doen we omdat beleggen meer oplevert dan sparen. Sinds onze oprichting in 1971 behalen we gemiddeld 7,5% rendement per jaar. Zonder de opbrengsten van de beleggingen zou uw pensioen veel lager zijn. Want ongeveer twee derde van de pensioenen betalen we uit de beleggingsopbrengsten.
Lees meer over Beleggen voor een goed pensioen.
Ja, u ontvangt nog elk jaar een UPO. Dit verandert dus niet.
Sommige mensen kunnen nadeel hebben van de nieuwe wettelijke regels voor pensioen. Zij krijgen daar compensatie voor. U krijgt compensatie als u bent geboren in de periode van 1 januari 1959 tot en met 31 december 1995 en op 31 december 2025 werkt in zorg en welzijn of op 31 december 2025 uw pensioen vrijwillig voortzet. Ook krijgt u als u in deze leeftijdscategorie valt compensatie als u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt bent en daardoor premievrije pensioenopbouw heeft. Gepensioneerden en mensen die in de sector hebben gewerkt ontvangen dus geen compensatie omdat zij geen nadeel meer ondervinden van de overgang naar de nieuwe regeling. De verwachte hoogte van uw compensatie vindt u terug in uw eerste berekening. Deze hangt af van de financiële situatie van PFZW en de rentestand. Ook hangt het af van uw gemiddelde inkomen in 2025 en uw geboortejaar. De financiële situatie van PFZW bepaalt straks ook of u meteen op 1 januari 2026 al compensatie krijgt of dat de uitkering van de compensatie gespreid wordt over meerdere jaren. De compensatie wordt betaald uit het fondsvermogen.
Bouwt u pensioen op? Dan ziet u maandelijks uw premie-inleg en de winst of het verlies vanuit de beleggingen terug in uw persoonlijk pensioenvermogen.
Ontvangt u pensioen? Dan verwerken we de ‘winst’ of het ‘verlies’ uit de beleggingen eens per jaar in uw pensioenvermogen. Ieder jaar krijgt u in november door hoe hoog uw pensioeninkomen het jaar erna wordt.
Nee, dat kan niet. PFZW spreidt de beleggingen en belegt niet alleen in risicovolle aandelen. Bij tegenvallers is er een gezamenlijke reserve. De kans op een hoger pensioenen is daardoor groter dan op een lager pensioen. Je blijft pensioen ontvangen, ook als je 120 jaar wordt.
PFZW belegt je pensioenvermogen. Dit levert rendement op: winst of verlies. Om de risico's zo klein mogelijk te maken, spreidt PFZW de beleggingen over verschillende soorten en regio's over de hele wereld. Dat kan omdat PFZW zo'n groot fonds is. Er wordt niet alleen in risicovolle aandelen belegd.
Goed om te weten: PFZW belegt je inleg nu ook al. De werkgevers- en werknemersorganisaties hebben berekend hoe we de winst (of verlies) op de beleggingen zo goed mogelijk kunnen verdelen. Voor jonge medewerkers beleggen we wat risicovoller. Dat betekent een grotere kans op hoge rendementen en snelle groei. Maar ook een grotere kans dat het pensioenvermogen soms minder waard wordt. Over een langere periode gezien groeit het pensioenvermogen altijd. Voor oudere medewerkers, wordt het risico steeds kleiner. Dat betekent minder uitschieters naar boven en minder uitschieters naar beneden. Zo houden we de pensioenen stabiel. Daardoor, en door de gezamenlijke reserve, kunnen we de kans op verlagen klein houden. De kans op verhogen is groter, omdat we geen grote buffers meer hoeven aan te houden. Er komt meer geld vrij om uit te keren.
Nee, je pensioenvermogen is een deel van een gezamenlijk vermogen. PFZW beheert en belegt dit voor je. Je kiest niet zelf.
Wij onderzoeken onder een grote groep deelnemers hoeveel risico’s zij kunnen en willen lopen met hun pensioengeld. Dit combineren wij met inzichten uit landelijk onderzoek. Zo bepalen we de doelen en voorwaarden voor het beleggen. Als veel mensen in het onderzoek aangeven dat ze weinig risico willen lopen, belegt PFZW het geld voorzichtiger. Bijvoorbeeld meer in obligaties. Als veel mensen aangeven dat ze meer risico willen nemen, kan PFZW meer geld in aandelen stoppen. Dat kan meer winst, maar ook meer verlies betekenen. Door dit onderzoek weten we beter wat bij onze deelnemers past. En kunnen we het beleggingsbeleid per leeftijdsgroep afstemmen. Deelnemers kunnen zich ook verkiesbaar stellen voor het Verantwoordingsorgaan voor inspraak.
Jij en je werkgever leggen samen geld in voor je pensioen. Dit bedrag zie je elke maand op je loonstrook. Het grootste deel voegen we toe aan je pensioenvermogen, zodat je je pensioen opbouwt. Een klein deel is voor kosten en verzekeringen bij arbeidsongeschiktheid en overlijden. Soms vullen we de gezamenlijke reserve aan, als die niet groot genoeg meer is.
Ja, je kunt extra sparen voor je pensioen in de nieuwe regeling. We zijn van plan om dit vanaf 1 juli 2026 mogelijk te maken. Je kiest zelf hoeveel en hoe lang je spaart, binnen de belastingregels. Het geld is alleen voor je pensioen later, tot die tijd staat het vast.
Nee, als je met pensioen gaat, krijg je je pensioeninkomen uit het pensioenvermogen dat je bij PFZW hebt opgebouwd.
Ja, je keuzemogelijkheden blijven bijna helemaal hetzelfde. In de nieuwe pensioenregeling kun je zelfs vanaf 10 jaar voor je AOW-leeftijd met pensioen gaan. Lees meer over je keuzemogelijkheden.
Ja, je keuzemogelijkheden blijven bijna helemaal hetzelfde. In de nieuwe pensioenregeling kun je zelfs vanaf 10 jaar voor je AOW-leeftijd deels met pensioen gaan. Lees meer over je keuzemogelijkheden.
Je pensioeninkomen blijft minstens even hoog na het omzetten, als de financiële situatie dat toelaat. Vakbonden en werkgevers hebben dit bepaald. De kans op verlaging is klein in de eerste jaren. Er komt een gezamenlijke reserve bij de overgang naar de nieuwe regels. Deze reserve beschermt tegen verlagingen. We verwachten dat we je pensioen eerder kunnen verhogen. Je kunt erop vertrouwen dat je je pensioen elke maand ontvangt, zolang je leeft, ook al word je 120 jaar. De keuzemogelijkheden blijven hetzelfde. Lees meer over je keuzemogelijkheden en maak een pensioenplan.
Wanneer je met pensioen gaat, kun je een deel van je ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen. Je ouderdomspensioen wordt hierdoor lager, maar je partner krijgt meer als je overlijdt.
Ja, je kunt vrijwillig pensioen blijven opbouwen. Bijvoorbeeld als je (tijdelijk) stopt met werken of zzp’er wordt. Je kunt je partner en kinderen verzekeren van een uitkering als je overlijdt. Je kunt ook een pensioen verzekeren bij arbeidsongeschiktheid. Hoe hoog dat bedrag is, weten we nu nog niet. Lees meer op over vrijwillige voortzetting.
In sommige cao’s is bepaald dat medewerkers die 45 jaar in zorg en welzijn hebben gewerkt met pensioen mogen. Die regeling is geen onderdeel van de pensioenregeling van PFZW. Je kunt voor vragen terecht bij je werkgever en/of je vakbond.
Wil je weten hoeveel jaar je in zorg en welzijn hebt gewerkt? In MijnPFZW vind je een overzicht van alle periodes waarin je pensioen hebt opgebouwd bij PFZW.
Je pensioeninkomen blijft minstens even hoog na het omzetten, als de financiële situatie dat toelaat. Vakbonden en werkgevers hebben dit bepaald. De kans op verlaging is klein in de eerste jaren. Er komt een gezamenlijke reserve bij de overgang naar de nieuwe regels. Zo zijn we er zeker van dat we die ook in de eerste drie jaar na de overgang al kunnen gebruiken als dat nodig is. Deze reserve beschermt tegen verlagingen. We verwachten dat we je pensioen eerder kunnen verhogen. Je kunt erop vertrouwen dat je je pensioen elke maand ontvangt, zolang je leeft, ook al word je 120 jaar.
Nee, meerdere factoren spelen een rol in de verandering van het pensioeninkomen van jaar tot jaar:
Voorbeeld: Als het totale rendement van PFZW bijvoorbeeld 5% is, verrekenen we eerst de bescherming tegen de rente. Daarna bepalen we welk deel naar de gepensioneerden gaat. Dit deel spreiden we dan over de tijd als verhoging of verlaging van de pensioeninkomens, samen met mogelijk openstaand rendement van eerdere jaren.
PFZW gaat de pensioenen één keer per jaar aanpassen. We laten je ieder jaar in november weten hoeveel pensioen je het jaar daarna kunt verwachten. Je ontvangt dus niet elke maand een ander pensioen.
Dat blijf je ieder jaar apart ontvangen, in mei. Net als nu.
Als je overlijdt na je pensioendatum, stopt je pensioen. Je partner en/of kinderen (als je die hebt) krijgen vaak nabestaandenpensioen. De regels voor het partnerpensioen na de pensioendatum veranderen niet. Het wezenpensioen eindigt op 25-jarige leeftijd. Dat is nu nog 21 jaar bij PFZW.
Je kunt eerdere pensioenkeuzes niet opnieuw maken. We zetten bestaande afspraken om naar de nieuwe regels, zonder herziening.
Je blijft je leven lang een pensioeninkomen ontvangen. Al word je 120 jaar. Hoe hoog je pensioeninkomen wordt vanaf 2026, kunnen we nu nog niet zeggen, maar je pensioen raakt nooit op. In zorg en welzijn regelen we pensioen samen en zorgen we voor elkaar. Sommige mensen worden ouder dan gemiddeld en ontvangen daardoor langer pensioen. Anderen overlijden eerder en ontvangen daardoor korter pensioen. Dat compenseert elkaar. Als je overlijdt, gaat het pensioengeld dat niet naar je nabestaanden gaat, naar andere gepensioneerden die langer leven.
Je pensioen verandert niet elke maand, maar één keer per jaar. Dit is te vergelijken met indexatie van je pensioeninkomen.
De kans dat je pensioen omlaag gaat is heel klein. Vakbonden en werkgevers hebben afspraken gemaakt om verlagingen zoveel mogelijk te voorkomen. Je pensioeninkomen beweegt mee met de resultaten van PFZW, dus we verwachten eerder verhogingen. We kunnen verlagingen niet uitsluiten, maar nemen maatregelen zoals een gezamenlijke reserve. Ook beleggen we voor ouderen minder risicovol dan voor jongeren. En als we je pensioen moeten verlagen, kunnen we dat over meerdere jaren spreiden.
Je kunt je pensioen opnemen en daarnaast werken. Je pensioen wordt niet lager, doordat je ook salaris ontvangt. Ga je werken bij een werkgever die bij PFZW is aangesloten? Dan bouw je ook weer pensioen op bij PFZW. Je pensioeninkomen vanaf je AOW-leeftijd wordt hierdoor hoger. Je valt mogelijk in een hoger belastingtarief en het kan gevolgen hebben voor toeslagen of andere uitkeringen. Vraag bij de uitkerende instantie naar de gevolgen van werken naast pensioen.
De uitkering die je van PFZW krijgt omdat je partner of ouder is overleden, blijft minstens even hoog na het omzetten, als de financiële situatie dat toelaat. Vakbonden en werkgevers hebben dit bepaald. De kans op verlaging is klein in de eerste jaren. Er komt een gezamenlijke reserve bij de overgang naar de nieuwe regels. Zo zijn we er zeker van dat we die ook in de eerste drie jaar na de overgang al kunnen gebruiken als dat nodig is. Deze reserve beschermt tegen verlagingen. We verwachten dat we je uitkering eerder kunnen verhogen.
De uitkering die je van PFZW krijgt als je arbeidsongeschikt bent, blijft minstens even hoog na het omzetten, als de financiële situatie dat toelaat. Vakbonden en werkgevers hebben dit bepaald. De kans op verlaging is klein in de eerste jaren. Er komt een gezamenlijke reserve bij de overgang naar de nieuwe regels. Zo zijn we er zeker van dat we die ook in de eerste drie jaar na de overgang al kunnen gebruiken als dat nodig is. Deze reserve beschermt tegen verlagingen. We verwachten dat we je uitkering eerder kunnen verhogen.
Je opgebouwde pensioen blijft bij ons staan. Op 1 januari 2026 zetten we dit om naar je persoonlijke pensioenvermogen.
Je kunt je opgebouwde pensioenvermogen onder voorwaarden overdragen naar een ander pensioenfonds. Je krijgt dan het pensioenvermogen mee dat voor jouw pensioen gereserveerd is. Vergelijk zelf de regelingen van je nieuwe pensioenfonds en PFZW. Let bijvoorbeeld op de keuzemogelijkheden binnen de verschillende pensioenregelingen, de manier waarop de pensioenfondsen beleggen of het risico dat je loopt op weg naar je pensioen. Lees meer op over waardeoverdracht.