Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL) speelt al sinds de oprichting in 1987 een sleutelrol in het behoud en herstel van waardevol cultureel erfgoed. Internationaal is de Maastrichtse stichting vermaard vanwege de academische expertise en de inzet daarvan voor de opleiding van de restauratoren van morgen. Samen met Frans Jeurissen zet directeur Lydia Beerkens zich in om een stimulerende werkomgeving te bieden voor hun team van gepassioneerde professionals. 'Je kunt ons vergelijken met een academisch medisch centrum voor kunst en cultuur.'
'Het Restauratie Atelier is in 1987 opgericht als een stichting”, legt Lydia uit. “We zijn dus geen overheidsinstelling, maar een gemengd bedrijf met veel specialisaties. Van schilderijen en beelden tot complete historische interieurs, van de lambrisering tot en met het plafond. In Nederland zijn wij het enige restauratieatelier van deze omvang met eigen laboratoria, een röntgenapparaat en al ons personeel in vaste aanstelling. Dat we zulke diverse disciplines combineren, was al vanaf de oprichting uniek. Daarmee hebben we ook de basis gelegd voor de huidige restauratieopleiding aan de Universiteit van Amsterdam.'
'Kennisbehoud is een van de pijlers van SRAL', vervolgt ze. 'Een voorbeeld is ons project rond polychromieconservering; de restauratie van middeleeuwse beschilderde beelden. Dat specialisme wordt nu nergens meer onderwezen, behalve hier, in samenwerking met Nederlandse, Duitse en Belgische kennispartners. Door dit soort projecten hebben we een internationale status gekregen als kennisinstelling – en zijn we absoluut onmisbaar voor het behoud van cultureel erfgoed in Nederland. Het probleem is alleen dat we in ons land zoveel achterstallig werk hebben, dat er makkelijk nog 4 van dit soort ateliers naast ons zouden kunnen bestaan.'
Frans: 'Als productieatelier moeten we financieel onze eigen broek ophouden. Lydia is inhoudelijk directeur, en ik neem de zakelijke en financieel-bestuurlijke kant voor mijn rekening. Met onze verschillende expertises bewaken we de balans tussen idealisme en een zeker zakelijk fundament, omdat beide nodig zijn voor de inhoudelijke kwaliteit en de unieke cultuur. Toen ik hier 4 jaar geleden begon – met een achtergrond van 30 jaar bij DSM – was ik diep geraakt door alle nieuwe collega’s die heel anders kijken naar het leven dan de accountants, consultants en advocaten die ik gewend was. Hier wordt met hart en ziel een vak beoefend, puur uit liefde. De meesten weten niet eens in welke salarisschaal ze zitten. Dat maakt deze wereld heel bijzonder.'
Lydia beaamt dat. 'Ik kan de werkvloer gewoon niet helemaal vaarwelzeggen. Kunst en ambacht zaten in de familie; ik ben ermee grootgebracht. Studeerde kunstgeschiedenis in Nijmegen en daarna restauratie in Maastricht. Ik promoveerde op moderne en hedendaagse kunst, wat hier ook mijn vakgebied is. Daarom werk ik naast mijn rol als directeur nog 3 dagen per week als restaurator moderne kunst.'
'We zijn geen hiërarchische organisatie,' zegt Frans, 'maar een hecht team waarin mensen zich thuis voelen en vrijuit kunnen praten. Alles draait hier om wat onze medewerkers nodig hebben. Het Atelier is een baken van rust, zonder druk van kortetermijnresultaten of onzinnige prestatie-indicatoren. Medewerkers blijven hier dan ook opvallend lang. Jubilea van 25 tot 35 jaar zijn geen uitzondering.'
'Toch zijn we ook een heel dynamisch bedrijf', vertelt Lydia. 'Net afgestudeerde talenten van overal in de wereld komen graag naar ons in Maastricht voor een stage- of juniorwerkplek. Met doorlooptijden van 1 tot 4 jaar voor projecten ontstaat de teamspirit als vanzelf. Je kunt ons vergelijken met een academisch medisch centrum voor kunst. Teams en rollen wisselen met de aard van een project. Bij de restauratie van de uitgebrande kerk van Noorbeek, bijvoorbeeld, stonden restauratoren van beelden, interieurs en schilderijen naast elkaar op de steiger, omdat iedereen meerdere disciplines beheerst. Er is zoveel te doen op zoveel verschillende vakgebieden dat het onmogelijk kan gaan vervelen. En dan is er natuurlijk de Limburgse vlaai op vrijdag – misschien wel het krachtigste geheime wapen voor een optimale sfeer.'
'Voor een recente vacature ontvingen we via sociale media binnen een paar uur 15 reacties, waaronder 10 zeer goede kandidaten', zegt Frans. 'We beschikken over een groot internationaal netwerk en hebben een goede reputatie. Onze opleidingen leveren talent af, mensen die ook weer als ambassadeur optreden voor SRAL. Allemaal redenen waarom mensen hier graag willen werken. Die krapte op de arbeidsmarkt zien wij ook wel, maar we hebben er niet onder te lijden' Lydia: 'We zijn in onze wereld overal zichtbaar met workshops, publicaties en op symposia. En zzp'ers hebben steeds vaker behoefte aan een vaste aanstelling met reguliere werktijden en een goed pensioen. Allemaal factoren die zorgen voor een constante instroom van jonge, internationale medewerkers.'
Frans: 'We hebben wel een soort informele functionerings- en beoordelingsgesprekken, maar veel belangrijker is dat mensen zich vrij voelen om binnen te lopen en te zeggen wat hen bezighoudt. Toch zien we dat er behoefte is aan structurele aandacht voor welzijn en welbevinden. Dat pakken we nu onder professionele begeleiding op, als onderdeel van een continue ontwikkeling binnen het team. Dat zo’n initiatief bottom-up ontstaat en opgepakt wordt is essentieel voor de sfeer, om elkaar toch weer nog iets beter te leren kennen. En voor teambuilding binnen de stichting, om dat op een goed niveau te houden.'
Volgens Lydia gaat het er ook om te begrijpen hoe verschillend mensen reageren op druk. 'We signaleren het meestal direct als er iets speelt. Doordat ik zelf deels op de werkvloer actief ben, en omdat het hoofd van de studio’s ook deel uitmaakt van het managementteam, zijn de communicatielijnen heel kort. De stress die mensen hier ervaren, is vaak zelf opgelegd vanuit een bepaald perfectionisme. Maar ons werk is heel fysiek. Thuiswerken tot diep in de nacht is er niet bij – onze arena is het atelier of een object op locatie. Aan het eind van de dag ben je moe, en ook wel echt klaar met werk. De meesten van ons lukt het daardoor prima om ’s avonds te sporten of hobby’s te beoefenen. De bedrijfscultuur laat na zes uur ’s avonds of in het weekend hooguit ruimte voor e-mails om een collega te feliciteren – afgezien van de hoogst zeldzame keer dat er echt iets urgents is. Die grens bewaken en respecteren we zelf, omdat we die werkwijze allemaal even prettig als noodzakelijk vinden.'