PFZW gaat in op vragen rond de nieuwe pensioenregeling

13-12-2022 | Steeds vaker horen we in de media het geluid dat de nieuwe regeling niet in staat zou zijn om de koopkracht bij te houden. Het idee daarbij is dat als pensioenfondsen willen voorkomen dat de pensioenuitkeringen te veel fluctueren, ze minder beleggingsrisico moeten nemen. Dat zou minder rendement betekenen en dus minder pensioenverhogingen. Een pensioenfonds heeft juist als doel om een goede pensioenvoorziening te bieden voor al haar deelnemers, en dus een koopkrachtig pensioen.

We vroegen Dick Boeijen, expert actuaris voor PFZW, of deze veronderstelling klopt.

Is die zorg terecht? Nemen fondsen straks te weinig risico voor gepensioneerden?

Dick: Het is – gelukkig – zo dat de nieuwe regeling de mogelijkheid geeft om sommige risico’s voor gepensioneerden te omzeilen. We kunnen de gepensioneerden in de nieuwe regeling bijvoorbeeld volledig vrijwaren van renterisico. In de huidige regeling kon dat niet, en dat is de afgelopen jaren een groot pijnpunt gebleken.

Maar als je geen risico neemt kun je toch ook geen rendement maken?

Dick: Klopt. Maar ik had het zojuist alleen over het renterisico. Daar wil je vanaf. De veronderstelling achter de zorg is echter dat als je het renterisico voor gepensioneerden weghaalt, je dan voor hen geen rendement meer kunt maken. Maar dat kan wel degelijk.

Dus je kunt voor gepensioneerden wel gewoon blijven beleggen?

Dick: Jazeker. Dat is het mooie van de nieuwe regeling. Je kunt heel doelgericht het ene risico dicht zetten en het andere risico open laten staan. Zo kunnen we de gepensioneerden verlossen van het renterisico, maar hen nog wel blootstellen aan beleggingsrisico. Met het oog op een goed rendement.

Kunnen gepensioneerden dat beleggingsrisico wel aan?

Dick: Uiteraard moet het passen bij de risicohouding van de gepensioneerden. Daar wordt continu onderzoek naar gedaan. Ook onder werkenden trouwens. Uit deze onderzoeken blijkt steeds weer dat de gepensioneerden van PFZW bereid zijn om risico’s te nemen, om de kans op een pensioen dat meegroeit met de prijsinflatie groter te maken. Het is uiteindelijk aan het bestuur van PFZW om over het nemen van beleggingsrisico’s verantwoorde besluiten te nemen. Natuurlijk binnen de regels die de overheid daarvoor heeft gesteld en onder streng toezicht van DNB.

De pensioenen gaan meer meebewegen met de economie. Betekent dit dat de pensioenuitkering van een gepensioneerde deelnemer per maand verschilt?

Dick: Nee. De uitkering zal slechts eenmaal per jaar worden aangepast en vervolgens ontvangt iedere gepensioneerde dus 12 maanden op rij dezelfde uitkering.

Maar dat betekent dus wel dat hun pensioenen van het ene op het andere jaar verlaagd kunnen worden?

Dick: Als het slecht gaat op de beurs, dan heeft dat uiteraard ook effect op de pensioenen. En als het heel slecht gaat, kunnen de pensioenen inderdaad verlaagd worden. Maar gelukkig hebben pensioenfondsen instrumenten voorhanden om die kans heel klein te maken.

Welke instrumenten hebben pensioenfondsen voorhanden?

Dick: De nieuwe regeling kent de mogelijkheid om met een solidariteitsreserve te werken. Een soort collectief ‘appeltje voor de dorst’. In goede tijden wordt die reserve opgebouwd, en in slechte tijden kan hij worden gebruikt, bijvoorbeeld om een verlaging te voorkomen. Dat blijkt een zeer effectief instrument om gepensioneerden op een verantwoorde wijze beleggingsrisico te laten nemen.

Gaat deze bescherming niet ten koste van de actieve deelnemers?

Dick: De reserve wordt gevuld door zowel actieve deelnemers, slapers als gepensioneerden. Uit eerste sommen blijkt dat er niet een heel grote reserve nodig is om de verlagingen doelgericht op te kunnen vangen. Dus in mijn optiek gaat het slechts om een beperkte bijdrage van de actieve deelnemers, en uiteraard profiteren ze daar zelf ook van als ze met pensioen gaan.

Krijgen de gepensioneerden in de nieuwe regeling elk jaar een inflatiecorrectie?

Dick: Nee. Hun pensioen groeit niet elk jaar met zekerheid mee met de prijsinflatie. Dat kon in de huidige regeling niet, en zal in de nieuwe regeling ook niet het geval zijn. Maar we zien in onze sommen wel dat in de nieuwe regeling de koopkracht beter wordt bijgehouden dan in de huidige. En over een langere periode bezien houdt het pensioen naar verwachting de prijsinflatie bij. Maar er is dus geen jaarlijkse indexatie-garantie. Of en hoeveel het pensioen ieder jaar groeit is en blijft afhankelijk van de beleggingsresultaten.

En hoe zit dat bij de huidige, hoge inflatie?

Dick: Ik zei zojuist dat de nieuwe regeling beter presteert dan de oude. Maar de nieuwe regeling is geen wondermachine. Als de inflatie gedurende lange tijd heel hoog is, of de rendementen gedurende lange tijd heel laag, dan kan ook in de nieuwe regeling de koopkracht niet worden bijgehouden. Geen enkele pensioenregeling is daartegen bestand.

Maar is de in de media geuite zorg nu terecht of niet?

Dick: In mijn ogen niet. De zorg komt namelijk voort uit verkeerde veronderstellingen. Ik snap overigens best dat er kritisch wordt gekeken naar de Wet toekomst pensioenen. Het is nogal een operatie, die we in Nederland gaan uitvoeren: een hervorming van ruim €1500 miljard. Door sociale partners en het kabinet is hier de afgelopen jaren hard aan gewerkt. Niet voor niets: deze wet is nodig om ons mooie pensioenstelsel, gestut op collectiviteit en solidariteit, te kunnen behouden.

Meer informatie

Lees ook de brief die PFZW samen met andere pensioenfondsen begin november naar de Tweede Kamer stuurde.