6 oktober 2020 Vandaag is het Diversity Day, een dag waarop we stilstaan bij het belang van diversiteit. Dat doen we wat mij betreft niet alleen vandaag, maar élke dag.
“We hébben al een vrouw”. Met dat zinnetje werd ooit geprobeerd mijn ambities te temperen. Niet op kwaadwillende toon, eerder waarschuwend, alsof het een onwrikbare werkelijkheid betrof. De setting? Het jaar 1983, een sjiek advocatenkantoor, aan de grachten van Amsterdam. Als net afgestudeerde jurist maakte ik kennis met een van de mannelijke partners op leeftijd. Tijdens het gesprek stak ik mijn ambitie niet onder stoelen of banken: ik wilde wel partner worden. Die hoop kon ik beter laten varen, zo kreeg ik te horen, want er wás al een vrouwelijke partner bij het kantoor. En één was blijkbaar genoeg. Het heeft mijn ambities niet in de kiem gesmoord, integendeel. Zeven jaar later was ik partner. Is er sinds die vroege jaren tachtig wat veranderd? Te weinig, naar mijn idee.
In de pensioensector zie ik bij de grote partijen gelukkig steeds meer vrouwen op sleutelposities. Corien, Nicole, Inge, Roos, José, Mieke, Edith, Geraldine; het is een greep uit een mooi rijtje namen. Toch is er nog veel te doen. Want nog steeds zijn, in onze sector én daarbuiten, vrouwen ondervertegenwoordigd op directie- en bestuurlijk niveau.
Vandaag is het Diversity Day, een dag waarop we stilstaan bij het belang van diversiteit. Dat doen we wat mij betreft niet alleen vandaag, maar élke dag. Niet alleen voor groepen mensen die zich vandaag nog steeds extra moeten inzetten om hun talenten te kunnen ontplooien, maar voor ons allemaal. Voor de overheid, de zorgsector, de financiële sector en voor alle andere sectoren, bedrijven en organisaties geldt namelijk dat ze beter worden van diversiteit.
Er is voldoende wetenschappelijk bewijs voor de stelling dat naarmate de diversiteit van meningen aan tafel toeneemt, er betere besluitvorming plaatsvindt dan wanneer alleen gelijkgestemden aan tafel zitten. Dat is ook eigenlijk een no brainer: met diversiteit aan tafel belicht je meer kanten van een probleem en voorkom je tunnelvisie. Bovendien laat je, wanneer je organisatie níet divers is, een enorm potentieel aan talent en creativiteit in de maatschappij onbenut. Juist maatschappelijke organisaties als pensioenfondsen hebben bovendien de verantwoordelijkheid een afspiegeling te zijn van de samenleving, en nieuwsgierig te zijn naar anderen en andere ideeën. Wij zijn het daarom aan onze stand verplicht een extra inspanning te leveren. Daar maak ik mij samen met iedereen in onze sector de komende jaren graag hard voor.
Het gaat bij die extra inspanning vanzelfsprekend niet alleen om het verbeteren van de man/vrouw verhouding. Diversiteit gaat over veel meer. Het gaat om verschillen in leeftijd, culturele achtergronden, nationaliteiten en seksuele geaardheid. En het gaat net zo goed om verschillen in karakter, talenten en belangstelling. Willen we als organisaties én als samenleving sterker worden, dan moeten we actief streven naar diversiteit in de volle breedte.
Om dat te bereiken moeten we niet beginnen bij sollicitatieprocedures, maar veel eerder. Jonge vrouwen en vertegenwoordigers van alle andere groepen: we moeten ze nadrukkelijker uitnodigen om mee te doen, coachen en stimuleren. Gewoon, iedere dag, bij alles wat we doen. Want ja, we hebben al een vrouw, maar dat is niet genoeg.
Joanne Kellermann
Onafhankelijk voorzitter PFZW