Veranderingen in de regeling rondom partnerpensioen

Door de jaren heen is er wat veranderd in de regelingen rondom (bijzonder) partnerpensioen. Tussen 1 januari 1999 en 1 januari 2006 werd er in principe geen partnerpensioen opgebouwd. Hieronder leest u wat voor u geldt.

Uw ex-partner kan recht hebben op bijzonder partnerpensioen als u vóór 1 januari 1999 pensioen bij PFZW opbouwde. Uw ex-partner ontvangt dan het partnerpensioen dat u bij PFZW heeft opgebouwd tót uiterlijk 1 januari 1999.

Voorbeeld: Had u een relatie van 1990 tot 2000? Dan is er van 1990 tot 1999 partnerpensioen opgebouwd.

Uw ex-partner heeft in principe géén recht op bijzonder partnerpensioen over de periode. Er werd toen namelijk geen partnerpensioen opgebouwd. Behalve als u nog tijdens uw relatie een deel van uw ouderdomspensioen heeft ingeruild voor partnerpensioen. Dan heeft uw ex-partner ook recht op bijzonder partnerpensioen over de jaren tussen 1 januari 1999 en 1 januari 2006. ​

Voorbeeld: Had u een relatie van 2001 tot 2008? Dan is er van 2006 tot en met 2008 partnerpensioen opgebouwd.

Sinds 1 januari 2006 bouwt u de helft van het (bijzonder) partnerpensioen op. De andere helft is verzekerd. Als u overlijdt, dan heeft uw ex-partner recht op het opgebouwde deel van het partnerpensioen, dat is opgebouwd is vanaf 1 januari 2006 tot aan de datum van de scheiding.

Voorbeeld: Had u een relatie van 2005 tot 2016? Dan is er van 2006 tot 2016 partnerpensioen opgebouwd.

Als uw relatie in meerdere van bovenstaande periodes bestond (bijvoorbeeld van 1998 tot 2014) dan wordt het partnerpensioen uitgerekend. 

Van 1998 tot 1999 bouwde u wel op, van 1999 tot 2006 niet en van 2006 tot 2014 weer wel (maar een lager bedrag, omdat u sindsdien maar de helft opbouwde).

De som van deze periodes wordt uitgerekend en dat is het bijzonder partnerpensioen dat uw ex-partner ontvangt.