Van de bestuurstafel: samenwerken voor passende zorg in de buurt

De toekomst van de zorg ligt in de wijk. Daarover was weinig discussie tijdens de bestuurstafel die PFZW eind september organiseerde. Tien bestuurders uit ouderenzorg, gehandicaptenzorg, ggz, verslavingszorg en maatschappelijke opvang gingen met elkaar in gesprek over zorgzame buurten.

De bijeenkomst maakt deel uit van Leren van Elkaar, het kennisplatform waarmee PFZW bestuurders uit de zorg bij elkaar brengt rond strategische vraagstukken. Wat hen deze keer verbond: de overtuiging dat het anders moet. Wat hen verdeelde: hoe je daar komt, met alle systeemprikkels die verandering nog steeds tegenwerken.

Te veel zorg, te weinig leven

Sensire-bestuurder Margje Mahler opende scherp met een observatie die breed werd herkend: ‘We zijn te veel dingen “zorg” gaan noemen die gewoon bij het normale dagelijkse leven horen.’ Waarom moet een zorgprofessional een bed opmaken? Waarom krijgen ouderen standaard hulp bij dingen die ze zelf nog kunnen?

Andere bestuurders aan tafel beaamden dit patroon. Het contrast met andere domeinen is groot. In de jeugdgezondheidszorg heeft een klein aantal professionals vrijwel ieder kind in beeld – en levert zorg waar dat nodig is. Bij ouderen organiseren we het tegenovergestelde: iedereen krijgt dezelfde zorg, of je het nu nodig hebt of niet. Het dilemma dat tijdens het gesprek naar voren kwam: hoe geef je taken terug, zonder dat het voelt als afschuiven?

De buurt bestaat al

Hoogleraar gezondheidseconomie Marcel Canoy benadrukte dat zorgzame buurten geen verzinsel zijn. Zijn SROI-onderzoek in Eijsden liet zien dat elke euro die geïnvesteerd wordt in buurtondersteuning zes tot twaalf euro oplevert. ‘Bestuurders hoeven alleen nog het lef te hebben ze serieus te nemen.’

Maar Canoy benoemde ook drie hardnekkige obstakels die door de aanwezige bestuurders werden herkend. Ten eerste: een hele generatie zorgprofessionals is opgevoed in een logica van ‘zorgen voor’, niet ‘zorgen dat’. Ten tweede: veiligheid weegt zwaarder dan levenskwaliteit, mede door de rol van inspectie en toezicht. En ten derde domineert formele zorg nog steeds: ‘Zorgorganisaties vragen: hoe betrekken we de buurt bij ónze zorg? Maar het moet precies andersom.’

Verschillende bestuurders deelden voorbeelden van sterke buurtinitiatieven die zonder zorginstelling draaien. Maar de spanning blijft, zoals een van hen verwoordde: ‘Minder controle betekent risico’s. En als het misgaat, kijkt de inspectie wél naar ons.’

Tegelijkertijd verschilt de urgentie per regio, zo bleek uit het gesprek. Niet overal is de druk even groot. Een bestuurder merkte op dat er al jaren onderbesteding is in de wijk en in verpleeghuizen; de beschikbare capaciteit wordt niet volledig benut. ‘Hoe motiveer ik mijn mensen om minder te gaan doen als de urgentie door hen nog niet gevoeld wordt?’ 

Financiering straft passende zorg af

Dan is er nog een perverse prikkel die innovatie tegenhoudt, zo werd aan tafel gedeeld: wie de omslag maakt, wordt financieel gepakt. Mahler illustreerde dit: ‘Sensire heeft twee jaar op rij verlies geleden, doordat we passende zorg leveren.’

In de wijkverpleging zit het probleem in de bekostiging per verrichting, erkenden meerdere aanwezigen. ‘Als professionals zeggen: u kunt uw steunkousen zelf aantrekken, hier is een video hoe dat moet, dan levert dat mijn organisatie minder op. En als ik het niet aanbied, doet een concurrent het wel.’

Dit benadrukte de frustratie rond de tafel: passende zorg is beter voor mensen, maar slechter voor de begroting. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) kwam ter sprake als gemiste kans. Verschillende bestuurders noemden het ‘een kapitale denkfout: geld ging naar zorgorganisaties, terwijl het naar gemeenschappen had gemoeten.’ 

Een andere wind

De verschillen tussen regio’s, tussen stad en dorp, tussen organisaties met tekorten en met onderbesteding maken gezamenlijk handelen ingewikkeld. ‘Iedereen zegt dat we dit willen. Toch vinden we elkaar niet’, klonk het aan tafel. 

Lessen

De bestuurstafel liet zien: de zorgzame buurt is geen toekomstbeeld, maar een realiteit die al bestaat. De vraag is of bestuurders de moed hebben om los te laten – taken die niet per se professionele zorg vereisen, controle die bij de buurt kan liggen, en het idee dat de continuïteit van de eigen organisatie altijd voorop moet staan.

De zorgzame buurt is er al. Nu moet het systeem volgen.

""

Kom naar Leren van elkaar Live! Een sterke regio

Woensdag 26 november 2025 brengen we alle verkregen inzichten binnen het jaarthema samen tijdens het landelijke event ‘Leren van elkaar Live'. De sterke regio krijgt een gezicht: met concrete en direct toepasbare blauwdrukken, in de vorm van presentaties, rondetafeldiscussies en break-outs. Mis het niet!

Meer informatie en aanmelden