De toekomst van de zorg ligt in de wijk. Een stelling waar Roger Ruijters, voorzitter van de raad van bestuur van Envida, het volledig mee eens is. Sterker nog: ‘Bij ons gaat het niet meer over de toekomst van de zorg, maar over de zorg op dit moment. Zorg in de wijk is geen vraag meer, maar een gegeven.’
‘Envida is een organisatie met wortels in het voormalige Groene Kruis, dus wijkzorg zit al in ons DNA. Toen ik acht jaar geleden bestuurder werd, constateerde ik het grote gat tussen thuis en het verpleeghuis. Dat gat zijn we aan het invullen door te zeggen: het kleinste verpleeghuis ligt achter je eigen voordeur. Mensen met een WLZ-indicatie kunnen bij ons terecht, maar wij kunnen ook naar hen toe.’
Behalve dat mensen zelf graag langer thuis blijven wonen, is het ook veel efficiënter. ‘We zien dat mensen met een verpleeghuisindicatie die thuis wonen, vaak 30 tot 40 procent minder zorg nodig hebben dan wanneer ze met dezelfde indicatie in een verpleeghuis verblijven.’
Het kostenverschil illustreert Ruijters met concrete cijfers: ‘Een jaar thuiszorg kost € 10.000. Een jaar verpleeghuis kost € 100.000. Daar zat vroeger niks tussen. Wij hebben het zo georganiseerd dat er ook een tussenstap is, van € 50.000 of € 60.000, die je qua aanbod kunt vergelijken met het vroegere verzorgingshuis, maar dan gewoon thuis.’
Envida investeert daarom in woonzorgzones. Dit zijn woongebieden waar mensen zelfstandig kunnen blijven wonen, maar waar ze wel alle zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben. ‘Als je daar woont, garanderen wij dat er altijd een plek is waar je andere mensen kunt ontmoeten, dat er binnen 10 minuten iemand op de stoep staat als je op een alarmknop drukt en dat je niet hoeft te vereenzamen.’
Volgens Ruijters is het verplaatsen van zorg naar de wijk een fundamentele keuze voor bestuurders: organiseer je voor het systeem of voor de mens? ‘Sommige collega's staan met hun rug naar de leefwereld en met hun gezicht naar de systeemwereld. We hebben voor eenvoudige vragen moeilijke oplossingen bedacht. Ik probeer het kompas van deze organisatie te richten op wat de leefwereld van ons vraagt, niet wat de systeemwereld van ons vraagt.’