De toekomst van zorg zit in de wijk. Een stelling waar Heidi Pot-Witbreuk, bestuurder van Liberein in Enschede, grotendeels mee instemt. Maar dan wel met een belangrijke nuance. “Het gaat niet om de toekomst van zorg, maar om hoe we in Nederland samen zo prettig en zelfstandig mogelijk oud kunnen worden”, benadrukt zij. Het is een fundamentele omslag: “Wij moeten als zorg alleen nog maar doen waar we écht voor nodig zijn.”
Die omslag is volgens Pot-Witbreuk noodzakelijk. “Een heleboel zaken, die vroeger in de gemeenschap werden opgelost door buren of familie, zijn zorg geworden.” Het aantal verpleeghuisplekken stijgt niet, terwijl de vraag toeneemt. Daarom moeten zorgorganisaties transformeren: “Van ziekte naar gezondheid, en goed kijken wat mensen zelf kunnen doen.” Voor haar medewerkers betekent dit ook een omslag: van ‘zorgen vóór mensen’ naar ‘zorgen dát mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven’. “En dat is echt wel een andere bril opzetten.” Tegelijkertijd blijft voor de echt kwetsbare ouderen een beschermde omgeving met 24/7-zorg onmisbaar. “Deze beweging is nodig om te zorgen dat de verpleeghuisbedden beschikbaar blijven voor kwetsbare mensen die het echt nodig hebben.”
In Enschede werkt Liberein samen met gemeente, welzijnsorganisaties en woningbouwcoöperaties aan ‘zorgzame buurten’. Pot-Witbreuk ziet langzaam een beweging ontstaan: een ontmoetingsgroep die Liberein aanvankelijk zelf organiseerde, en waarvoor ze ruimte beschikbaar stelt, wordt nu volledig door buurtbewoners gerund. Uit die ontmoetingen ontstaan weer koffiegroepjes, bridgegroepen en wederzijdse hulp bij doktersbezoeken of boodschappen.
Maar zo’n beweging op kleine schaal is niet genoeg, beseft Pot-Witbreuk. Samen met elf andere organisaties in Twente startte zij daarom de campagne ‘Zelf Zorgen Samen Doen’. “Dat is een oproep aan de hele maatschappij. We geloven dat we door krachten te bundelen de beweging groter kunnen maken en het urgentiebesef kunnen creëren dat er echt iets moet veranderen.”
Heidi Pot-Witbreuk is eerlijk over de uitdagingen: niet elke wijk is hetzelfde. “In de praktijk merken we dat het in dorpen makkelijker gaat, door het intact gebleven naoberschap. In stedelijke gebieden moet je die gemeenschapskracht soms opnieuw creëren of stimuleren.” Een gevaar schuilt in de verleiding om als zorgorganisatie overal de regie te willen pakken. “Het initiatief moet van onderop komen, vanuit de gemeenschap. We moeten oppassen dat wij als zorg dat niet allemaal gaan organiseren.”
Toch ziet Pot-Witbreuk vooral kansen. “Nederland is het land met het grootste aantal vrijwilligers. Als we dat breder trekken en dit met elkaar doen, dan komt daar heel veel gemeenschapskracht uit voort.”